_

#16. Wat is mijn rol?

Soms weet ik niet zo goed wat mijn rol in het geheel is en vind ik het lastig om mijn positie te bepalen ten opzichte van mensen die ook iets over mijn kind te zeggen hebben. Omdat ze bijvoorbeeld mijn kind de hele dag in de klas hebben. Ik ben niet een moeder die alles met de juf deelt. Er zijn echt jaren voorbij gegaan dat ik geen een keer contact opnam tussendoor. Als je in het 10-minutengepsrek uitspreekt dat je elkaar mailt of belt als er iets is, vind ik het niet nodig om tussendoor te bevestigen dat het nog steeds goed gaat met mijn kind en ik vraag dat ook niet van de juf. Niet dat ik het niet graag zou willen weten, of graag wat vaker informatie over mijn kind zou willen hebben, maar ik denk dan toch al snel aan de werkdruk en ‘wat nou als alle moeders dat doen?’

Het duurde even voordat we doorhadden hoe de hiërarchie bij Vitesse opgebouwd was. Nog steeds vragen we ons soms af: wie moeten we hiervoor benaderen? Vooral omdat er op school ook nog een mentor, een studiebegeleider én een topsportbegeleider zijn met allemaal hun eigen takenpakket. Bij Vitesse is het voor deze leeftijd zo geregeld dat de jongens een trainer hebben, die ook zo genoemd wordt: trainer Frank. Naast hem is er een elftalleider betrokken bij de jongens die veel administratieve taken uit handen neemt. Hij mailt elke week het programma van de jongens, geeft extra info over wedstrijden of toernooien en herinnert af en toe aan (on)geschreven regels. Gelukkig is deze elftalleider heel benaderbaar en kunnen wij het goed met hem vinden. Maar toch…. Als er iets is, aarzelen wij vaak even om erover te praten. Wij denken snel: het zal wel normaal zijn, het zal wel zo horen, andere ouders hoor ik er ook niet over. En laten we vooral niet uitstralen dat wij het allemaal beter weten voor ons kind, ze zullen daar echt wel weten wat goed voor hem is.

Totdat er dan een grens bereikt is en ik een soort boosheid in me voel die me dan ook emotioneert: het ís potverdorie mìjn kind! Het gaat me aan het hart hoe het met hem gaat, ik wil hem begeleiden in deze bijzondere periode. Waarin hij zoekend is als brugklasser, topsporter, als puber. Het meeste lost hij zelf op, zijn vrienden weten hem ook vaak te helpen. Ik hoef ook echt niet alles te weten, dat hoort ook bij deze fase.

In de periode dat hij zijn eerste blessure (Ajax-jongens) krijgt, laten we dat eerst aan de trainer en de fysio over. Totdat we tegen elkaar zeggen: maar wat heeft hij eigenlijk? Normaal gesproken zou je met hem meegaan naar de dokter, maar daar is hij nu op afstand heen geweest. We willen weten wat hij heeft, wat het plan is. Gelukkig is Peter die vader die wel bij elke vraag antwoorden van trainers wil (hij heeft heel wat afgebeld met trainers van Orion en de KNVB) en hij besluit dan ook om de fysio te bellen. Die dat vervolgens helemaal prima vindt, dus waarom dacht ik daar zo moeilijk over.

Maar als hij na die blessure ook nog twee dagen griep krijgt (feestjes), krijg ik wel met hem te doen. Weer twee dagen niet trainen. De grote vraag: mag je zaterdag wel spelen? Gelukkig kan hij donderdag en vrijdag weer meetrainen en hij denkt dat hij opgesteld wordt. Het is een prachtige wedstrijd tegen Sparta die ze met 4-2 winnen, maar de ontgoocheling is groot dat hij (niet eens voor 5 minuten) opgesteld wordt.

Niels zit na de wedstrijd pissig in de auto. Hoewel trots op z’n team, voelt hij zich ondergewaardeerd. Volgens hem is er niet verteld waarom hij niet mocht spelen. En dat is waar ik de meeste vragen over heb. Het gaat er niet om dat hij speelt maar wel waarom hij niet speelt. Het is zo belangrijk dat je duidelijk bent tegen jongens van deze leeftijd, snappen ze dat daar wel? Er is niet alleen het fysieke aspect van fit-zijn. Er zit een grote mentale kant aan. Als je uitlegt waarom een kind niet speelt kan het nog steeds lastig zijn en je kan het er mee oneens zijn. Maar dan weet je wel waar je eventueel aan kan werken. Niets zeggen kan ongemerkt spoken oproepen in die hoofdjes.

Op dat punt aangekomen weet ik dat ik inmiddels iets te emotioneel reageer en ben ik niet een aangename gesprekspartner. Peter, die inmiddels de fysio en de elftalleider al vaker gesproken heeft, besluit op dat moment gewoon te bellen. Wij horen ook maar een kant van het verhaal, misschien heeft Niels iets niet goed begrepen, is hij zelf met het idee aan de haal gegaan. Peter geeft duidelijk aan dat het ons vooral om de uitleg gaat, en nu blijkt maar weer eens dat goed communiceren lastig is. De fysio had wel duidelijk tegen Natasja (zij begeleidt als verzorger de wedstrijden) gezegd dat hij niet mocht spelen, maar er is niemand geweest die dat ook tegen Niels gezegd heeft. ‘We nemen het mee.’ Daar vertrouwen we dan maar op.

Wij hunkeren inmiddels naar een blessure- en griepvrije periode met veel speelminuten!