Eenmaal begonnen met bloggen over voetbal, kwamen er al snel nieuwe onderwerpen. Corona, onze zomervakantie, en daarna eigenlijk gewoon het leven met drie kinderen. Omdat ik een plek zoek om ook deze te plaatsen (naast Facebook en Instagram), komen ze onder dit kopje, ‘dagboek’.

Deze verhalen staan los van de voetbalverhalen.

Eindsprint

13 juli 2022
 
Niels houdt niet van wandelen.
Behalve als er om hem heen iets spectaculairs te zien is.
Zoals afgelopen zomer, toen we in de Alpen waren met rotsachtige klimmetjes en adembenemende uitzichten.
Hij sjokte door het begin van het schooljaar heen.
Niet heel gemotiveerd, ook niet ongemotiveerd.
Het moet, school, en hij is plichtsgetrouw.
Al zijn drie jaren zijn tot nu toe overschaduwd door corona, waardoor er wat minder sjeu aan zat.
Deze lichting jongeren weet niet beter, en accepteert de dingen zoals ze zijn. Weinig excursies, minder lessen. Niels leerde wel aardig, vonden we. Hij redde het prima, vond ook zijn mentor. Hij had in de tweede snel aansluiting gevonden op zijn nieuwe school en pikte het niveau prima op.
Vanaf het moment dat de maatregelen dan eindelijk echt naar de achtergrond waren gebonjourd en de focus meer en meer op samen naar school en samen leren kwam te liggen veranderde er langzaam iets. Er was aanzienlijk meer echte les. Meer echte ontmoetingen en aansporingen. En daarmee werd bij Niels een vuurtje aangewakkerd. Voor zowel het sociale aspect als het leren. Hij ging langer en gerichter leren. Alsof hij doorkreeg dat als je ergens je tanden inzet, je daarvoor beloond wordt. Ineens was daar een intrinsieke motivatie extra sommen van wiskunde te maken of een tandje bij te zetten bij scheikunde. Hij kreeg er zelfs een beetje lol in.
Niels rent, hij gaat steeds harder. Met de eindstreep in zicht trekt hij nog even een sprintje.
Bij de finish regent het dikke voldoendes. En zelfvertrouwen.
Helemaal zelf verdiend.
 

Verhuizen (2)

12 juli 2022
 
De tranen kwamen diezelfde avond nog.
Helemaal onverwacht.
Ze begreep er zelf ook niets van.
Het was teveel. Veel te veel.
Ergens, na het gala, op de dansvloer.
Ze wilde naar huis en alleen nog maar slapen.
Maar dat weet ik nu nog niet.
Nu fiets ik, licht zenuwachtig, naar haar nieuwe kamer.
Met nog wat laatste spulletjes die mee op reis moeten in mijn tas.
Ik ga bij mijn dochter op de koffie en heb er zo’n zin in.
Ze is zo blij met haar kamer.
Op deze prachtige plek.
Groot, hoog en licht. En schoon.
Ze heeft mazzel en dat weet ze.
Vriendinnen zijn bij haar en we drinken samen koffie.
‘Mam, ik heb een muffin voor je gekocht.’
Zij weet precies welke ik de lekkerste vind.
Maar eerst een dikke knuffel.
Net iets steviger dan anders.
Ze is er weer.
En daarmee de gezelligheid, het geklets.
Met verbazing kijk ik naar haar.
Hoe ze met gemak, al kletsend met mij en vriendinnen die zijn blijven slapen, intussen de lades van haar bed in elkaar zet. Nog even wat dingetjes verschuift: ‘Dat staat hier leuker, toch?’ De koffiekopjes gelijk na gebruik weer afwast. En dat terwijl ze over een uur weggaat voor een studiereis naar Praag.
Als haar vriendinnen weg zijn, ik met haar alleen overblijf, moet het hoge woord eruit. ‘Ik was zo op! Ineens, ik snapte er zelf ook helemaal niks van!’ Als ik haar uitleg (wat ik in het vorige blog beschreef) dat ik zie dat ze zich terugtrekt, geen hulp aan wil nemen, kijkt ze me verbaasd aan: ‘Dat heb ik zelf dus helemaal niet door hè?’
Ze pakt me nog eens stevig vast en daarmee zegt ze alles.
 
 

Verhuizen (1)

11 juli 2022

Doosje na doosje wordt het huis uitgedragen.
Steeds leger wordt haar kamer.
Ik zit lamgeslagen in de woonkamer mijn boterham met pindakaas weg te werken.
Mijn gedachten stroomlijnen lukt niet meer.
Ik ga zo naar Arnhem, naar de school van Sil.
Maar ik wil ook hier zijn, ik heb genoeg aan alles wat me hier bezighoudt.
 
Peter helpt.
Ik kijk.
Mijn taak zit erop.
Ze doet het zelf maar.
Ik vroeg haar afgelopen week regelmatig: ‘Als ik je ergens mee kan helpen, zeg je het dan?’
Niks.
Niet nodig.
 
Als ze stipt om vijf minuten voor het afgesproken tijdstip de sleutel gaat halen zegt ze geen gedag. Geen gejubel: nu gaat het gebeuren!
Peter zegt bemoedigend: ‘Dat is voor haar ook om de overgang makkelijker te maken.
Ons er buiten houden. Straks doet ze het ook zonder ons.’
 
Ergens moet er een lijn zijn.
In de tijd.
In het handelen.
In het binnenlaten.
 
Het was veel te veel voor haar die week.
Eindtoets periode drie inhalen.
Werken bij de ijssalon.
Kamer leegmaken.
Koffer inpakken voor haar studiereis naar Praag.
Werken bij Domus.
Eindtoets periode vier maken.
Vaardigheid zwachtelen aftekenen.
Verhuizen.
Een bed in elkaar zetten.
Lijstje voor dit, lijstje voor dat.
 
Het is veel. Maar ze heeft het zelf (nog) niet door.
En wat zij dan doet: dicht.
Als een oester.
Klap, naar binnen.
Veilig in haar schelp.
 
(wordt vervolgd ☺)
 
 
 
 
 
 
 

Vier nachtjes

5 juli 2022

Ze is wel vaker weg geweest.
Op vakantie.
Bij vriendinnen.
New Wine.

Maar altijd kwam ze weer terug.
Vulde ze met haar verhalen en aanwezigheid het huis.

Nu gaat ze ook weg.
En komt ze niet meer terug.
Het zal nooit meer worden zoals het was.

We zijn er klaar voor.
Een nieuwe fase.
Waarin verhoudingen verschuiven.
Misschien wel beter op zijn plek vallen.

Precies twintig jaar geleden kwamen wij hier wonen. Groeide zij nog in mijn buik.

We blijven haar ouders.
Zij blijft onze dochter.

Ze komt hier nog haar cappuccino halen.
Zegt ze.
(Want de melkopschuimer krijgt ze niet mee.)
Ze komt hier iedere zondag languit op de bang liggen.
Heel vaak eten.
Zegt ze.

Het wordt nooit meer zoals het was.
En dat hoeft ook niet.

Ze mag het nu zelf doen.
En dat kan ze.
‘Jij kan alles.’
Zeg ik heel vaak tegen haar.
Ze heeft iets onoverwinnelijks.
Dat prachtige kind van ons.
Dat als meisje al zo goed wist wat ze wilde.
Er was een kleine hapering in de corona-periode.
Wat onzeker en zoekend.
Maar nu is ze weer bruisend. Vol in het leven.

Het is precies zoals het zou moeten zijn.

Vorige week kwam bij haar het besef: ‘Nog negen dagen mam, je gaat me nog missen.’
Een paar dagen later realiseerde ze zich dat haar sportkleren ook niet meer op het juiste moment schoongewassen klaar liggen. Toen was het mijn beurt: ‘Jij gaat míj nog missen.’

En of ik haar ga missen.
Niet het gedoe.
Niet het wakker liggen of ze al thuis is en dan ontdekken dat ze helemaal niet thuis komt.
Niet de onderhuidse onuitgesproken onenigheden.
Niet de muziek die op de meest onhandige momenten net te hard aangezet wordt.

Ik ga je missen.
Mooi mens.

Het vangnet, dat zullen we altijd blijven.
En op die bank kan je ook heerlijk slapen.
Dan maak ik ’s morgens een cappuccino voor je.

Het eerste feestje

7 maart 2022

Het eerste feestje.
‘Het is mijn eerste feestje weer.’
Hij zegt het met een grote glimlach.
Ik sta al even met hem te praten en heb geen idee hoe hij heet.
‘Ja van mij ook. Ik wist niet eens of ik het nog kon.’
Een feestje, hoe ging dat ook alweer?
Wat trek je aan?
Wie zullen er zijn?
Ken ik iemand?
En waar ga ik het dan over hebben?
Hoe begroet je elkaar?
Die drie zoenen komen toch niet weer terug? Ik ben voorstander van een stevige knuffel.
De jarige krijgt hem, die stevige knuffel.
Maar de rest van het gezelschap geef ik alleen een knikje of een glimlach.
Een man die Peter kent en hem de hand schudt wil mij ook een hand geven.
‘Eh, nee, ik geef nog geen handen.’
Haha, waarom niet? Wanneer heb ik dit bedacht? En wat is mijn reden? Ik voel de vertwijfeling in mezelf. Misschien vind ik handen geven vies? Altijd al en heb ik nu een excuus? Ik heb echt geen idee.
Of moet ik rustig aan wennen en opbouwen? Niet alles tegelijk? Het idee dat ik hier ben, in een overvolle woonkamer is misschien al even voldoende.
‘Wat ben jij van de jarige?’
‘De buurman, en jij?’
Ja, wat ben ik eigenlijk. We kennen elkaar via het voetbal van de kinderen volgens mij.
Maar hij is nu al jaren een vriend.
Er is wijn. Er zijn hapjes. We zitten niet eens in een kring. Maar staan blij te lachen.
Tjonge, wat kunnen onbekenden die jarenlang niet sociaal wenselijk hebben hoeven doen vriendelijk naar elkaar lachen.
Ik kende helemaal niemand.
Behalve het feestvarken.
De een na de ander druppelde binnen.
Er passen veel mensen in een woonkamer, heel veel.
De bel bleef maar gaan.
Het geroezemoes zwol aan.
Ik kon mezelf vanouds niet meer horen. Hoorde nog maar flarden van een gesprek.
Met de buurman dus.
Ruim een uur heb ik het volgehouden.
Een borrel.
Een praatje met een onbekende.
Ik kan het nog.
Het smaakt naar meer.

Kinderen onderweg

25 februari 2022

Kinderen onderweg.
Je probeert er niet al te veel bij stil te staan.
Een schietgebedje ’s morgens.
Een losse gedachte als je een ambulance hoort.
Af en toe het gevoel dat een hand je hart dichtknijpt als je je angst even toelaat.

Ik zie een ambulance de straat inrijden.
Heel langzaam, zoekend.
Het kruispunt is verder rustig, hier is ogenschijnlijk niets gebeurd.
Hij zal toch niet bij de overbuurman moeten zijn?
Die heeft het aan zijn hart.
De ambulancebroeder maakt de achterkant open.
Gaat hij een brancard pakken?

Hij tilt een zwarte fiets naar buiten.
Heeft hij zijn kind van school gehaald en moet die vanaf hier verder fietsen?
Maar wacht eens, die fiets?
Is die van Niels?
Dan slaat mijn hart op hol en ren ik naar buiten, want nu zie ik Niels met een lijkbleek gezicht en gekromde schoudertjes naar buiten stappen.

Aangereden.
Op de grond in de regen kletsnat geworden.
Een verpleegkundige die snel bij hem was.
Lieve omstanders die dekens brachten om hem warm en droog te houden.
Jas stuk.
Airpod kwijt.
Fiets rolt niet meer.

Het is gebeurd. Mijn grootste angst is waarheid geworden.
We houden elkaar stevig vast. Hij rilt over zijn hele lichaam.
Van de kou en de schrik.

Maar de schade valt gelukkig mee.
Wat spierpijn en wat schaafjes.
‘Ik genees wel, ik vind het vooral zonde van mijn spullen.’

Voordat ik ’s avonds ga slapen doe ik iets wat ik lang niet meer gedaan heb.
Ik loop zachtjes zijn kamer in.
Met een dankbaar hart pak ik hem nog even extra in.

Neem het niet voor lief.
Iedere dag dat ze veilig thuiskomen.

Kinderen onderweg.
Je kan er niet teveel bij stil staan, dan heb je geen leven.
Het is vol vertrouwen zijn.
En dankbaar.

 

 

Positief

Positief
Klachten = testen.
Positief testen = corona = quarantaine.
Weinig was zeker de afgelopen twee jaar, maar dit was wel ongeveer de rode draad. Tot voor kort moesten huisgenoten ook in quarantaine. Maar nu dus niet meer.
Blij met mijn uitje stap ik toch onwennig de deur uit.
Twee kinderen positief en ik mag alles doen.

De kapper. Daar was ik al lang niet meer geweest. En dat was te zien, zullen we maar zeggen.
Onzeker kijk ik wat de bedoeling is. Mondkapje op? Ook als je zit?
Oh ja, want je kan hier natuurlijk geen afstand houden.
Het duurt niet lang of het onderwerp komt ter sprake.
‘Ik heb het gehad.’
Met enige schrik vraagt ze: ‘Was dat lang geleden?’
Ze heeft het zelf nog niet gehad en wil haar eenmanszaak graag openhouden.
‘Met kerst al.’
Lichte opluchting.
Ik durf niet te zeggen dat ik twee positieve kinderen thuis heb zitten.
‘Ik test mezelf iedere dag.’
Ik denk: ‘Dat had ik ook kunnen doen.’
Of toch niet?
Stel dat ik positief test, hoe weet ik dan of dat nog rest-corona is of nieuwe corona?
Daar hoor ik nou nooit iets over.
Sil mag het van mij krijgen, Peter liever niet. Ik heb het gehad, wat kan mij gebeuren? Maar toch, iedere keer als die slaapkamerdeuren opengaan krijg ik toch lichte paniek: ik zie de omikrondeeltjes bij wijze van spreken door het huis vliegen. Adem ik ze in? En adem ik ze dan hier weer uit?

Ik heb die dag ook nog andere afspraken.
Die ik niet afzeg.
Maar het houdt me wel bezig.
Mag je eindelijk alles weer, voelt het nog niet vrij.

Als troost snuif ik de rest van de dag de geur van mijn vers gekapte haar op.
Dat boost mij.
 

Licht protest

19 december 2021
 
De scholen zouden nooit meer dicht.
Dat was ons beloofd.
Toch?
Of heb ik dat er zelf van gemaakt?
En ALS de scholen weer dicht zouden, dan zou ik het niet meer accepteren.
Dan zou ik gaan protesteren. Heel hard.
Waar?
Geen idee. Daar waar alle protestanten protesteren, in den Haag of zo.
De Nijmeegse binnenstad onveilig maken was niet echt mijn plan.
 
Het komt voor mij onverwacht. De mededeling dat basisscholen eerder sluiten.
Ik hink even op twee gedachten.
Maar ik protesteer niet.
Laat het gelaten over me heen komen.
Het jaar was nog niet klaar. Maar dit is nog net te doen.
Vervroegde kerstlunch op school voor Sil, mijn eigen werk afgerond. Lotte en Niels wel gewoon naar school.
En die extra vrije week?
Dan gaan we gezellig naar de Intratuin, ergens warme chocolademelk drinken en een keertje extra naar de bios.
 
Maar dan komt die nog strengere lockdown ineens uit de lucht vallen.
Ik vat hem eerst niet helemaal.
Alle winkels dicht? Echt alle?
En horeca? En bioscopen?
Hey wacht, ook de middelbare school en het HBO?
Waar komt dit ineens vandaan?
Ik snap er helemaal niets van.
En ik kan er vooral helemaal niet mee omgaan.
Roep boos allemaal rare dingen.
En mijn gedachten vliegen van hot naar her.
Wat moet ik dan vandaag nog regelen?
Naar welke winkel moet ik echt nog?
 
Ik ben in de stad met Peter.
Terwijl hij een overhemd aan het passen is en ik selfies in de spiegel maak dringt het langzaam tot me door.
Al mijn plannen, dikke streep erdoor.
 
Als na een uurtje het ergste is gezakt weet ik: vandaag ga ik nergens meer heen. Want het maakt niet uit. Net als vorig jaar. Als het niet kan, houdt het op. Dat heb ik inmiddels wel geleerd.
 
Tot we om half vijf toch nog een ding willen doen: lichtjes halen.
Licht = hoop.
Jezus, licht in de duisternis.
De boodschap van kerst.
Dus als je langs ons huis loopt of fietst: speciaal voor jou!
De boodschap van hoop.
Als licht protest.
 

Op de koffie

4 november 2021
 
Ze woont op de zesde verdieping. Er zijn twee liften, maar meestal laten die lang op zich wachten. Ik neem de trap. Op iedere verdieping neem ik de tijd om even stil te staan. Ik doe of ik de schilderijen bewonder die daar hangen maar eerlijk gezegd moet ik steeds even stoppen omdat ik niet goed meer zie waar ik loop. Waar komen die tranen nu ineens vandaan?

Ik moet me vermannen. Of het toelaten, maar ik weet niet hoe lang dat gaat duren. En zij zit te wachten.

Onderweg naar haar toe gingen mijn gedachten naar mijn grootouders. Die er niet meer zijn. Het is zo’n dag dat ik behoefte voel aan hun liefde en geruststellende woorden. Ik denk aan alles wat ik nog met ze had willen delen.

Ik heb me nog niet eerder gerealiseerd dat deze ellendige tijd ze bespaard is gebleven.

Als ik op de juiste verdieping ben kijk ik de lange gang in. Mijn oma stond altijd in de deuropening te wachten, in zo’n zelfde lange gang. Mijn hart klopt sneller als ik me richt op ongeveer de vijfde deur. In verwarring loop ik de deur waar ik moet zijn voorbij.

Het gesprek komt langzaam op gang. We hebben het uiteraard eerst over de persconferentie en de nieuwe maatregelen. Volgens mij heeft het voor mijn dagelijks leven niet zoveel gevolgen. Een mondkapje, dat vind ik het ergste niet. Wel dat het nog steeds niet weg is, over is, voorbij is, klaar is. Dat we weer opnieuw na moeten denken: mag dat nu wel of niet? Dat zit me dwars.

In haar verzorgingsflat zijn direct de activiteiten en de mogelijkheid om samen te eten weer geschrapt. Hoe zal het gaan met de kerkdiensten? In december zal ze opgeroepen worden voor de booster. Ze is verdrietig.

Ik wil me groot houden voor haar. Zij is alleen. En doof. Ze heeft net een goede vriend verloren. Ik kan me er geen voorstelling bij maken hoe eenzaam en stil dat moet zijn.

Het lukt niet mijn eigen zorgen eerlijk te delen. Ik ben daar voor haar. En ik weet nog niet zo goed hoe het ook andersom kan zijn.

Ik loop de zes verdiepingen weer naar beneden.
In gedachten. Zonder tranen.

Op weg naar mijn leven vol liefdevolle herinneringen.

Later op de dag besef ik dat het ook andersom is.
Ik leer van haar. Ervaar haar liefde.
We zijn er voor elkaar.

Darteldagen

5 oktober 2021
 
7.30 uur: Stage.
Dit staat op de planning die ik in de keuken heb hangen.
Bij het vakje van Lotte.
Het leven is weer vol.
Het dartelt, springt en huppelt.
 
Deze vreugde begon eind augustus met de intro van haar studie. Nieuwe mensen ontmoeten, na anderhalf jaar thuis zitten. Met in haar tas het ingewikkelde ‘Anatomie en fysiologie’ op de fiets naar college. Activiteiten van de studievereniging. Solliciteren voor een commissie. Uitgaan. Helaas tot twaalf uur, maar als je vroeg begint heb je nog steeds een lange avond vol dans en dampende pret. Clubje voetbalvriendinnen. Clubje besties. Werk. Trouw aan het voetballen, maar ook nieuwe sporten ontdekken dankzij de sportkaart van de Han. Voor het eerst met een studiegenootje mee dat op kamers woont. ‘Die keuken, mam die is góór!’
 
Het leven is vol. En zij dartelt, springt en huppelt er vol energie doorheen.
 
Vanmorgen moest ze om zes uur met de trein. Naar een ziekenhuis in Venlo. Voor haar eerste stagedag.
‘Waarschijnlijk loop ik letterlijk de hele dag achter iemand aan,’ zei ze gister aan tafel. Maar toch. Wat een fantastische kans is het om je eventueel toekomstige werkomgeving van dichtbij te kunnen bekijken? Zal de werkelijkheid overeenkomen met het beeld dat ze er zelf van heeft gevormd?
 
Mijn meisje. De tijd stond een beetje stil. Voor haar. En voor ons samen. Het wrong wat vaker. Stomme corona. Maar nu kan zij vol levenslust verder.
 
En mijn hart dartelt, springt en huppelt vrolijk met haar mee.
 
 
 
 
 
 

Golf

20 september 2021

Het lukt me niet deze keer.
Of ik het niet wil of niet kan, dat ben ik nog aan het onderzoeken.
Het is een grote golf en hij dendert en rolt over me heen.
De hal staat vol vakantiespullen.
We zijn weer met zijn vijven in een huis.
Ik word geappt over een project.
We krijgen mail van twee verschillende scholen.
De oudste stapt een nieuwe wereld van studeren in.
Er wordt weer gesport op allerlei onmogelijke tijden.
Mijn weke brein kan het niet goed plaatsen of onthouden. Al die vanzelf gesloten hokjes moeten weer open, de wegen er naartoe begaanbaar gemaakt. Ik klad alles maar even op een provisorisch schema en hang dat in de keuken.
Ik mis de ruimte van het buiten leven.
De dunne wanden van de tent waardoor ik in contact ben met de natuur.
Het ritme van de natuur, wat je als vanzelf over gaat nemen. Als het donker en frisser wordt ga je gewoon slapen.
Geen series of social media. Gewoon een goed boek en elkaar.
Ik mis de bergen en de zon.
Ik kwam totaal tot rust. Het was helemaal stil. Sereen.
Twee zomers geleden heb ik leren surfen. Liggend op je plankje houd je de golven in de gaten. Je wacht op een mooie. Je houdt hem in de gaten. Precies op het juiste moment ga je peddelen, je handen scheppen door het water. En dan, als de golf de achterkant van je plank raakt, ga je staan. Met gebogen knieën, je armen wijd. De golf neemt je mee en in een magisch gevoel beweeg je over het water.
Deze golf zag ik niet aankomen. Het lukt me niet om mee te bewegen. Ik laat hem over me heen denderen. Sputterend kom ik boven. Boos dat het niet gelukt is. Dat ik me heb laten verrassen.
‘Ik doe het even niet’, app ik naar zus en vriendin. Ik gun mezelf de tijd om boven te komen en het zoute water van me af te spoelen.
Tijdens die surfvakantie leerde ik dat er ook dagen zonder golven zijn. En dat de wil om op te staan en het nóg een keer te proberen groot is. ❤

Bibliotheek

13 juli 2021

Jaren geleden, toen ik nog in Emmen woonde bij mijn ouders en broers en zussen, was de bibliotheek een van mijn favoriete ontsnap bestemmingen. Lopend langs de rijen met boeken wenste ik een van de personages te zijn. Denk dan aan meisjes die een knappe man tegen kwamen, en na wat strubbelingen toch lang en gelukkig leefden. Houd je meer van verhalen en lezen als je je eigen verhaal niet zo interessant vindt? ’s Avonds in bed verzon ik zelf verhalen. Soms raakte ik halverwege de draad kwijt en begon ik weer helemaal opnieuw. Vroeg slapen lukte zo meestal niet. In mijn voorstelling waren schrijvers een soort kluizenaars die ergens in alle rust zonder enige moeite hun verhaal typen. Dat leek me wel wat. Inmiddels weet ik dat schrijvers harde werkers zijn. Die letters staan echt niet zomaar op papier.

De voorliefde voor boeken en bibliotheken werd nog groter toen ik een jaar in Parijs woonde. Gibert Jeune, een winkel ter grootte van een warenhuis, vol met boeken. Zoiets had ik nog nooit gezien. Alleen al daar rondlopen en me laten inspireren was voldoende. Toen de kinderen klein waren wilde ik ze graag deze liefde doorgeven en sleurde ze mee naar de bieb. Maar zij ruiken en voelen en ervaren daar niet hetzelfde als wat ik daar doe. Ik hoor ze, inmiddels 18 jaar verder, in ieder geval nooit zeggen: ik ga even lekker een boek uitzoeken. En dus ga ik alleen. Zoek een stapel voor ze uit. En toen ik laatst ontdekte dat Sil de sprookjes helemaal niet kent, ben ik ze maar weer voor gaan lezen. We verheugen ons iedere keer weer op het einde: En ze leefden nog lang en gelukkig. Sinds ik als ZZP’er werk is de bibliotheek voor mij ook een fijne plek om ongestoord te kunnen werken. Geen kinderen die binnen denderen. Geen wasjes die mij aanstaren. Geen excuses om weer naar de keuken te lopen voor thee of iets anders. Omringd door boeken en andere werkende mensen lukt het mij beter de focus te houden. Behalve als er naast mij iemand gaat zitten eten. Of als er een stukje verderop hardop overlegd wordt door wat studenten. Daarom neem ik nu altijd mijn koptelefoon mee.

En staar ik, met rustgevende pianomuziek op mijn oren, naar mijn scherm óf naar de boekenkast voor mij. Of je nu in sprookjes gelooft of niet, dáár wil ik ooit tussen staan!

Vliegen

18 juni 2021

‘Veertig centimeter bij vijfentwintig.’
‘Maar past dat dan?’
‘Dat moet onder je stoel hè?’

Met de telefoon in haar hand, AirPods in haar oren, laptop voor zich op het bureau en te midden van een stapel kleren, papieren en tassen zit Lotte haar vakantie te regelen.

Een reisje Parijs, daar keken ze naar uit. Lotte, net haar rijbewijs op zak, maakte zich niet druk over de kilometers. Geen idee heeft ze van de rijstijl van de gemiddelde Parijzenaar. Ik heb daar een jaartje gewoond en kan me vooral herinneren dat de vader van mijn au pair gezin al toeterend en scheldend op de plaats van bestemming aankwam. En ik over het algemeen kotsmisselijk. Maar die overmoed van een achttienjarige die snap ik wel. En dus laat ik het maar zo. Totdat een week voor de betreffende datum een overlegje met de meiden plaatsvindt. Nu even niet via app en videobellen maar gewoon live bij iemand thuis. Het begint er nu echt op te lijken, ze gaan boeken, plannen maken, het wordt bijna concreet. Een beetje gedesillusioneerd komt ze thuis. Zij en haar vriendinnen vonden het toch niet zo’n heel goed idee, en wist je dat je als je uit Frankrijk komt gewoon in quarantaine moet? Droomreis uiteengespat.

Vanaf dat moment slaat de reiskoorts echt toe. Barcelona, dat gaat het worden. Oh nee, ook quarantaine. Portugal dan? Kost wel extra vanwege verplichte test maar ze hoeven niet in quarantaine. ‘We moeten NU boeken, dit is echt zo goedkoop en straks is alles weg!’ Paniek, stress. Maar ze pakken niet door. Want zo goedkoop is die vlucht niet en mogen ze eigenlijk wel vanaf België vliegen? Of zijn daar weer andere restricties? Welke landen zijn geel? Een eiland misschien?

Moeders die zich er inmiddels mee bemoeien. ‘Nederland is ook mooi. Ga je lekker in een villa in Bloemendaal aan Zee.’ Je hoort het jezelf zeggen. Alsof je vroeger naar de bestemming ging die je moeder voor je had uitgekozen. En dan, na weer een ochtendje overleg, komt ze oververhit thuis: ‘Lissabon! We hebben tickets! Alleen nog een hotel…’

Wat een feest. Ik gun het ze zo. Wat een bizar jaar hebben ze achter de rug. En wat leven ze op nu ze elkaar weer mogen ontmoeten, ook na 21.00 uur. Met zomerse temperaturen. Al die opgekropte energie en levenslust moet eruit.

‘Oké, ik kom zo de spullen brengen, ben jij dan thuis? En welke schoenen neem jij mee?’

Nog steeds die telefoon in haar ene hand, inmiddels rommelend en zoekend in al die spullen die ze om zich heen heeft liggen. De voorpret is begonnen. Iedere minuut heeft ze contact over iets wat nog afgesproken en geregeld moet worden. Een formulier voor België, een parkeerplek, samen testen.

Vanmorgen zou het dan zo ver zijn. De eerste echte vakantie zonder ons. Het moest er eens van komen. Tijd om (uit) te vliegen.

………………..

Zou, inderdaad, je leest het goed.

Gisteravond laat, verscheen er een bericht op Teletekst dat Lissabon komend weekend op slot gaat. Vakantie uitgesteld.

Regels: waarom we ons er (niet) aan houden.

‘De doelstelling van de maatregel moet begrijpelijk zijn, wat je niet uit kunt leggen, wordt niet nageleefd.’

Deze zin hoorde ik tijdens een webinar over de vraag waarom we ons (niet) aan regels houden. Het is al een jaar een onderwerp van discussie rondom het coronavirus. Als je mensen regels oplegt, roept dat weerstand op omdat het ingaat tegen je gevoel van autonomie. Als er een regel is die je begrijpt, die heel concreet is en waarvan je gelijk resultaat ziet, is het nu eenmaal makkelijker om die na te volgen. Maar als het regels zijn waar we het zelf niet mee eens zijn, ze voor ons gevoel arbitrair zijn, of het maatschappelijk belang is niet duidelijk, dan is het voor de meeste mensen veel lastiger. Mensen zijn ook geneigd de regels naar hun eigen situatie in te vullen. Of om mee te gaan met de massa. Zo kan je tegen een ander zeggen: ‘Maar je moet toch thuis werken?’ en als je zelf die vraag krijgt antwoorden: ‘Nee, voor mijn werk moet ik écht op kantoor zijn.’

Nu we het einde naderen wordt het er niet makkelijker op. Sinds vorige week zijn er een paar dingen bijgekomen die wél weer mogen, waardoor we steeds verder afdrijven van bepaalde basisregels.

Je mag wel op een terras zitten, maar als je zelf tafels in je tuin zet is dat niet hetzelfde. Daar geldt nog steeds dat je maximaal twee mensen in je huis, tuin of op je balkon mag ontvangen.

In de kerk mogen wij sinds kort weer met 30 man samenkomen, maar in een ander zaaltje mag dat niet.

De supermarkten zijn tot 22.00 uur open, maar drank mag je er nog steeds niet halen na 20.00 uur, ook niet als je tiramisu wil maken.

En wat te denken van de mensen die gevaccineerd zijn? Mogen zij samen een feestje vieren zonder beperkingen? Zij kunnen niet meer ziek worden en het virus waarschijnlijk niet meer overdragen. Toch moeten zij ook nog steeds mondkapjes dragen en afstand houden.

 

Vrijdag was Sil een beetje snotterig. Een klein beetje maar en ik dacht dat het zo weer over zou zijn. Maar zondag was het nog niet over en zeiden we tegen elkaar: ‘maar dan moeten we dus laten testen.’ De besmettingen dalen, de ziekenhuizen worden leger en ach, het is zeer waarschijnlijk gewoon een verkoudheid. Hij heeft maandag én dinsdag vrij, dus het is best een optie om hem gewoon uit te laten snotteren en dan kan hij woensdag gewoon weer ‘beter’ naar school. ‘Maar wat nou als….’ Stel dat hij wel corona heeft? Dan moeten wij in quarantaine, dan heeft dat gevolgen voor klasgenootjes, juffen, enzovoorts. En dus maakten we toch maar een testafspraak. De meneer aan de telefoon herhaalde de regels (die je denkt te kennen) nog maar eens: houd anderhalve meter afstand tot hem, hij mag nergens naar toe, en hij moet thuis blijven tot de uitslag. Best raar om tegen je eigen kind dan steeds te zeggen: ‘Sil, ik vind dat je iets te dicht bij mij staat.’ ‘Nee, ik maak je lunch wel klaar, blijf jij maar uit de keuken.’ En vooral ook jammer dat onze wandelafspraak met broer en schoonzus niet door kon gaan.

Die spagaat blijft ingewikkeld. Je ziet bij wijze van spreken de finish in de verte opdoemen, krijgt al zin in het feestje en op hetzelfde moment word je er nog even aan herinnerd dat je er nog niet bent. Alsof je kruipend verder moet.

 

Maar toch houd ik mij tot het bittere eind aan de regels. Omdat ik het zo ontzettend zonde vind, nu we zo ver zijn gekomen, het op te geven. In het webinar wordt dat de normatieve kracht genoemd. Ik geloof er zelf in en daarom doe ik het.

Ik vond het heel vaak moeilijk afgelopen jaar. Ik wil heel graag dat alles weer ‘normaal’ is, al vrees ik ook dat ik zelf niet meer weet wat dat ‘normaal’ is. Zoals mijn zus het laatst mooi zei: ‘Dat je alles weer mag maar niet meer weet wat dat alles is.’

 

Ik hou vol, ook als anderen de regels anders interpreteren. Ook als er bijna geen besmettingen meer zijn. Ook als al veel mensen gevaccineerd zijn. Omdat ik zo ontzettend graag wil dat we daarmee een definitief vaarwel kunnen zeggen tegen corona!

Op wie stem jij?

18 maart 2021
 
‘Stem je op een persoon of op een partij?’
In de aanloop naar de verkiezingen vult Lotte stemwijzers in, zoekt verkiezingsprogramma’s op, bedenkt welk thema voor haar relevant is.
En af en toe vraagt ze ons iets.
‘Stem jij altijd op een vrouw?’
Niels denkt het te weten: ‘Jij stemt toch altijd op de eerste vrouw op de lijst?’
Ik ben trouw aan een partij, maar ik breng inderdaad wel vaak een voorkeursstem uit. Niet altijd een vrouw overigens. Ik heb nog les gehad van Arie Slob, dat waren fijne lessen en ik kan me zijn passie voor politiek nog goed herinneren. Van hem heb ik geleerd hoe dat zat met Eerste Kamer, Tweede Kamer, enzovoort. Dus toen hij op de lijst stond, voelde ik me haast vereerd om op hem te mogen stemmen.
En mijn oom, die heeft ook op de lijst gestaan, dan komt het wel heel dicht bij hè?
‘Als je wil dat er meer vrouwen in de kamer komen, moet je stemmen op de eerste vrouw op de lijst die eigenlijk net buiten het huidige aantal zetels valt.’
Dat is een tip van Lotte. Zo heb ik er nog nooit naar gekeken. Ik vraag haar of die vrouw, voor de partij die zij op het oog heeft, op haar ook een goede indruk maakt.
‘Nee, eigenlijk niet, dus ik ga toch maar voor de lijsttrekker.’
Ik vertel dat er iemand op de lijst staat die mij ooit verkering heeft gevraagd. Nu vindt Niels het interessant worden.
‘En, wat heb je gedaan? Heb je hem gewoon afgewezen?’
Eh, ja, ik heb hem in ieder geval duidelijk gemaakt dat ik niet meer dan een vriendschap zag in wat we deelden.
We reisden vaak samen met de trein naar school. En fietsten een stuk met elkaar mee. Op vijftienjarige leeftijd was hij heel overtuigd van zaken waar ik nog niet over nadacht. Hij had een mening en een drive. Hij komt uit een gezin dat betrokken en oprecht is. Ik gun hem het pluche.
Niels grijnst: ‘Oh, dus jij hebt nog wat goed te maken?’
Iets goedmaken hoeft niet, maar het lijkt me een prima motivatie om te bepalen waar ik dat rode kruisje ga zetten.

9 maart 2021

De veertienjarige mag naar school

Een keer in de drie dagen.
Verkort rooster.
Les met de hele klas.
In de aula, gymzalen of in tenten buiten.
Gym na schooltijd.

Ik grap of ‘ie de weg nog wel weet.
Vraag of ik zijn brood moet smeren.
Wil weten hoe laat hij opstaat, of hij al zijn spullen heeft.

Vanaf half december is hij er alleen voor voetbal en afspraken met vrienden uit geweest. Ik ben eraan gewend geraakt dat hij veel thuis is. Om vijf voor half negen gaat iedere ochtend de deur van zijn kamer dicht. Hij gaat aan het werk voor school. Tussendoor komt hij alleen voor koffie even buurten. Als de lessen klaar zijn, de stapel boterhammen verorberd en hij zich ook fysiek een beetje uitgeleefd heeft met een basketbal of voetbal, wordt de rest van de middag besteed aan gamen met vrienden.

Ik gunde hem meer maar ik had ook het idee dat hij zijn draai wel had gevonden. Niels doet het prima op vastigheid en duidelijkheid en heeft niet zoveel nodig.

Ik heb er op gelet dat hij niet ‘vereenzaamde’, nog genoeg afwisseling in de dag had en ging graag met hem de uitdaging van het schaken aan. Om, behalve samen te zijn, ook samen iets te doen.

Vorige week kregen we de opzet en het rooster van school over de mail. Omdat ik niet direct de logica kon ontdekken, heb ik het schema in de keuken op ons bord gehangen. Eerste week maandag en donderdag, tweede week dinsdag en vrijdag, derde week de woensdag.Toen ik het er met Niels over had, afgelopen weekend en hij op zijn rooster in zijn telefoon keek zei hij: ‘Ik ga helemaal niet maandag naar school. Ik ga dinsdag en vrijdag.’

Ik had naar het schema van de brugklas gekeken. Het is bizar hoe de tijd wegglijdt als de dagen steeds meer op elkaar gaan lijken. En ik blijkbaar gewoon vergeet dat hij al een jaar verder is.

Gister hadden Peter en ik een gesprek over koppig, eigenwijs, wijsneus, eigengereid. Wat al die woorden betekenen. Maar ook wie deze eigenschappen heeft. Bij Niels konden we alleen maar concluderen dat hij een rustig, evenwichtig persoon is geworden. Wie had dat gedacht toen hij als peuter krijsend en huilend bij mij op de fiets zat omdat hij iets niet wilde. Of hier tegen alles aanschopte wat hij tegenkwam omdat hij zich niet kon uiten.

Als ik in de loop van de ochtend zijn kamer inloop om die eens goed te luchten, kijken de restanten van het thuisonderwijs mij aan.

Gister was het internationale vrouwendag.
Vandaag is voor mij tienerdag: dat ze ondanks alles in hun eigen tempo op mogen groeien tot mooie, eigengereide mensen met oog voor de ander!

 

 

 

Groei & Bloei

Een tijd geleden kocht ik een pannenkoekplant. De meeste plantjes houden het hier niet heel lang uit, maar sinds ik deze heb én hem de juiste aandacht en verzorging biedt, groeit hij fantastisch. Hij is inmiddels zo groot dat ik hem ben gaan stekken. Ik haal kleine stukjes plant uit de omliggende aarde, laat die wat wortel schieten in water en na een paar weken heb ik een nieuw plantje. Een intrigerend proces.
Tegelijk met die pannenkoekplant had ik ook een ander plantje gekocht. Misschien wist ik niet goed wat dit plantje nodig had of misschien gaf ik die andere teveel aandacht. Of misschien was het gewoon een wat lastiger geval. In ieder geval dacht ik er laatst over hem maar weg te gooien. Dor hangende blaadjes, rare takken.
Lelijk, dat wordt vast niks meer.
 
Eind vorige week voelde ik me een beetje dat tweede plantje. Het was voorjaarsvakantie maar de fut en de rek was er uit. Ik had geen inspiratie om ook maar iets te ondernemen en toen het ook nog eens een hele middag ging regenen ben ik in mijn bed gekropen en heb het dekbed over mijn hoofd getrokken.
Ik wist niet meer wat het moest worden.
 
In de loop van deze week veranderde dat gevoel.
Omdat ik in de ochtend niet meer les hoef te geven aan Sil ontstaat er ineens weer heel veel ruimte. De eerste twee dagen was ik bezig met het afronden van veel ‘losse eindjes’ wat al heel veel voldoening gaf. Maar de echte voldoening kwam toen ik mezelf weer wat water en pokon ging geven. Getipt door mijn zus ben ik het ‘groeiprogramma’ van ICM terug gaan kijken. Opgezet om je te inspireren tijdens de lockdown.
Door tijd te nemen om deze webinars te kijken, door te lezen over positieve psychologie, maar ook door kennis te maken met meditatie, ben ik weer meer bij mezelf. Terug naar de kern van wie ik ben, wie ik mag zijn, los van alle rollen die ik op me neem. En ontdek ik waar ik voor sta en vanuit welke kracht en energie ik wil werken. Het was alsof ik een congresweek had gehad en boordevol nieuwe inzichten weer naar huis ging, zin om dit alles te delen.
Ooit wilde ik mijn praktijk (zie https://jolettebaakmancoaching.nl/) namen als ‘Groei’ of ‘Bloei’ geven. Daar waren er al meer van en ik vond het niet origineel genoeg. Toch geeft het de kern weer van wat coaching inhoudt.
Oprechte aandacht, liefde, wat water en wat pokon. Zodat je kan groeien en bloeien. Die plant die is er al. Jij hebt het al in je. Geef het de juiste aandacht. En voor je het weet komt er zoveel moois uit voort dat er in de aarde om je heen nieuwe plantjes gaan groeien en bloeien.

De plant die ik bijna weg wilde gooien heb ik in een andere pot en op een lichtere plek gezet. Hij lijkt er van op te leven. 🌿🍀

 

 

 

UNADJUSTEDNONRAW_thumb_6da8

8 februari 2021

Ijsvrij

Ik was er wel aan toe hoor, dat Sil weer naar school mocht. Maar omdat alles steeds verandert en we ons regelmatig aan een nieuwe, onverwachte situatie aan moeten passen, was ik ook nog niet juichend over straat gegaan. Alsof er dan toch ergens zo’n stemmetje zegt: eerst zien dan geloven.

 
En toen ging het sneeuwen.❄️
De sneeuw die Sil in de kerstvakantie wel uit de lucht kon kìjken. Want bij kerstvakantie hoort in zijn beleving sneeuw.
 
Vooral zondag lukt het me niet goed om er echt van te genieten. Terwijl ik zo van sneeuw en ijs houd!
Want ik voel natuurlijk de hele dag al aankomen dat de vrije maandag waar ik zo naar uitkeek, een heel ander soort vrije dag wordt.
 
En ja hoor, om 19 uur krijgen we het bericht: ijsvrij.🏂
Ijsvrij. Het leukste vrij wat er in mijn beleving is. Ik kan me de keren dat ik als tiener niet naar school hoefde omdat het te hard sneeuwde of omdat het glad was, nog goed herinneren. Zo’n extra dag, dat was net een soort spijbelen.
 
Na zeven weken geen school vind ik de term ijsvrij een beetje ironisch.
 
Maar maandag, als Lotte en Niels ook vrij blijken te zijn, maken we er gewoon een echte vakantiedag van. Niemand hoeft online, niemand hoeft zich te buigen over breuken of procenten. We gaan met zijn vieren de sneeuw in en wandelen een grote ronde door de prachtig witte, idyllische straten in de buurt.
 
Sleetje mee. Sneeuwballen gooien. Af en toe stiekem een ijsbal. Rode wangetjes. Warme chocomelk.
 
Precies, ijsvrij!
 
 
 
 

29 januari 2021

Voor alles is een tijd

‘En het aller- allerfijnst: ondanks alles is het deze week gewoon lente geworden! Die trekt zich gelukkig niets aan van een virus.’
 
Dat schreef ik vorig jaar, op 20 maart.
 
De afgelopen weken, toen het veel regende en het buiten grauw was, moest ik hieraan terugdenken. Dat we in die eerste lockdown veel voor de kiezen kregen, maar als cadeau prachtig weer. We maakten toen ook nog wel gewoon plannen. Omdat we dachten dat het vanzelf een keertje weer voorbij zou zijn. En zo konden we in de zomer gelukkig ook weer veel oppakken.
Nu voelt alles zo anders. Er is niet veel om naar uit te kijken. Het duurt veel langer dan we eigenlijk hebben kunnen. Er is nog steeds zoveel onzeker.
 
Alles in mij verlangt weer naar die lente! Maar ik ervaar ook een vertrouwen: die lente komt! Hou vol!
 
Deze (⇑) staan in mijn vensterbank te shinen. Ze herinneren mij eraan: voor alles is een tijd!
 
 
 

25 januari 2021

Druppels

Om een beetje werkplek te creëren leg ik ’s morgens een stapeltje met schoolwerk, tekeningen, boekjes en voetbalplaatjes op de hoek van de tafel.

Tot mijn grote verbazing zie ik diezelfde stapel een paar uur later helemaal verfrommeld tussen onze laptops, twee mokken en een bord die hij daar gister had achter gelaten.
Het is de welbekende druppel in een ogenschijnlijk rustige ochtend.
Van buiten lijkt het prima te gaan, maar van binnen stormt het af en toe.
Ik vraag waarom die spullen niet zijn opgeruimd.
Het antwoord: ‘Het lag ineens op mijn plek dus ik heb het aan de kant geschoven.’
Ik trek het niet en vraag net iets harder dan de bedoeling is:
‘Waarom kan je het dan niet even opruimen in plaats van zo lomp aan de kant te schuiven?’
‘Omdat het hier ook zomaar heen geschoven is.’
‘Kan je het dan nu misschien alsnog doen?’
‘Ik zit nu midden in een potje.’
 
Tijd om te ontploffen.
Die stomme potjes. Kunnen mij die wat schelen?
De grens van nog net iets harder praten is nu helemaal overschreden.
‘En als je me belooft je kamer op te ruimen op zaterdag zeg je dat je het zondag doet maar zondag heb je het ook niet gedaan.’
Ik schreeuw en ik schaam me.
En ik zie ook wel dat het natuurlijk niet om dat ene stapeltje of die mokken gaat. De meeste discussies gaan niet over waar ze over zouden moeten gaan.
Vorige week nog schreef ik over het belang van taken verdelen. Ik ben dat hier een beetje vergeten toe te passen en ik ben iets teveel zelf aan het doen. Ik schrijf een A4 vol en daarin ik maak ik duidelijk wat ik van hem verwacht. En ook wat er gebeurt als hij zich daar niet aan houdt. Ik weet dat het pedagogisch gezien beter zou zijn als ik hem iets laat doen wat bij de situatie past. In dit geval zou ik hem dan een week van vieze borden moeten laten eten en zou hij een week in dezelfde kleren lopen. Ik heb toch het idee dat ik hem daar niet echt mee wakker schud.
Verder schrijf ik:
‘Als je straks wil weten of je eten al klaar is, of als je voetbalkleren zoekt, dan is het antwoord: ‘nu even niet, ik zit midden in een potje.’
 
Een potje janken, dat is wat ik kan.
 
 
 
 

19 januari 2021

Hubba Bubba

Ik hoor alleen het water van de verwarming die door de buizen stroomt. En af en toe een kraai in het bos achter het gebouw.We hebben de rollen omgedraaid vandaag. Meester Peter mag vandaag thuis aan de slag en ik ga buiten de deur werken.Alle prikkels die ik normaal gesproken op een ochtend te verstouwen krijg en die ik later op de dag moet verwerken zijn er nu even niet.Ik kan mijn gedachten de vrije loop laten zonder dat ze onderbroken worden door diepe zuchten of ‘ik snap dit echt niet hoor’. Ik kan meer dan vijf zinnen achter elkaar typen zonder dat ik van mijn scherm op hoef te kijken omdat ik uit moet leggen wat een caféwoord is.
 
Uiteraard heb ik een plan de campagne gemaakt.Een paar dingen die voor vandaag om voorrang vragen.
Een paar dingen die ik al langere tijd wil uitwerken maar waar ik niet aan toe kom.
Wat opzetjes uitdiepen.Al mijn notitieboekjes zijn mee. Wat boeken ter inspiratie en omdat ik zo graag ook heel even weer eens wil lezen.Het eerste half uur gaan mijn gedachten toch steeds even naar ‘huis’. Ik ben dankbaar dat Peter dit doet, ik zag het blije snoetje van Sil omdat hij eindelijk eens een meester heeft.Maar als ik eenmaal lekker op dreef ben zit ik in mijn eigen bubbel. Waar het zo fijn toeven is. Het is alsof ik een roze Hubba Bubba aan het opblazen ben, heel langzaam, steeds groter en groter.Ik voel me wel eens een eenling hierin.Vorig weekend hadden we vrienden over de vloer en zij heeft juist heel veel prikkels nodig. Anders verdort ze, als een plantje dat geen water krijgt. Ik houd van goed en oprecht contact met mensen, en daarnaast heb ik juist ook die stilte nodig. Om dingen te verwerken en ruimte te geven aan mijn creativiteit.
 
Om twaalf uur laat ik de roze bubbel knappen.
Ik laat de zoete geur achter.
Er plakken nog wat restjes om mijn mond.
Die peuter ik er later op de dag wel af, als aandenken.
 
 
 

7 januari 2021

Die lat

‘Fijne schooldag.’
Lotte moet er een beetje om lachen.
Ik zeg het iedere ochtend voordat de oudste twee hun kamers induiken. De deur gaat dicht, dat betekent dat ze niet gestoord willen of kunnen worden.
 
Het is een gezellige boel de afgelopen dagen. Soms hoor en zie ik Lotte en Niels uren niet, dan hebben ze ineens weer een tussenuur of maar een kwartier van de les uitleg. Sil is zelfstandiger dan in maart en ik heb ook geleerd om er iets meer afstand van te nemen. Onrustig zijn de ochtenden wel. Want als ik dan lekker aan het werk ben is er precies op dat moment toch een kind met een vraag of een kletspraatje. De kunst is echt om je moment te pakken. Als het stil is werk ik, lopen zij rond met voetballen, muziek aan en gelach, dan doe ik in die tijd wel de was. Of bak appelflappen. Want ja, net als in die vorige lockdown blijft eten toch wel een belangrijk onderwerp. Een goede maaltijd is een klein hoogtepuntje van de dag. Bij de koffie bakken we iets lekkers en HelloFresh biedt ook weer uitkomst.
 
Verder probeer ik heel erg bij de dag te leven. Het gaat nu goed. Zij werken lekker, ik schrijf en bereid mijn training voor. En ik probeer de lat laag te houden. Als ze dan, naar mijn zin, ’s middags toch weer lang op een scherm hangen probeer ik echt te relativeren. Tuurlijk, dat is ook kostbare tijd waarin ze heel veel zouden kunnen leren, waarin we naar buiten zouden kunnen, waarin we nog meer spelletjes en andere dingen zouden kunnen doen. Maar dat hebben we al zoveel gedaan. En ik geef daarin al zoveel extra van mezelf. Dus ik laat het maar zo. En leer van hen. Chill gewoon. Leg de lat precies zo hoog dat je erbij kan. Dat er nog wel gerekt en gestretcht wordt maar dat je niet gefrustreerd raakt.
 
’s Avonds aan tafel vraag ik: ‘Hoe was je schooldag?’
‘Kapot veel.’
‘Saai.’
Vertrouwde, normale, geruststellende antwoorden.
 
 
 
 
 

4  januari 2021

Eerste schooldag van het nieuwe jaar

Ik print de weekplanning van school uit.
Sil grijpt zijn kans en gaat nog even zijn auto’s achter elkaar zetten.
Niels heb ik al drie keer geroepen, hij moet zich nu uiteindelijk haasten om op tijd voor zijn les in te loggen.
Lotte is al een uurtje aan het werk.
Het is weer even wennen. Hoe ging dat ook al weer? Het combineren van kinderen en school en werk?
 
De afgelopen twee weken bestonden uit ‘niets-doen’. Deze vakantie wel heel letterlijk. De keren dat ik dacht: ‘Zullen we……?’ (schaatsen, zwemmen, dagje met vrienden/familie) kwam tegelijk met het besef dat er wat dat betreft niet zoveel opties waren. Slapen stond op nummer één op het prioriteitenlijstje van de kinderen. En dat hebben ze gedaan. Tjonge, wat kunnen die kinderen van mij slapen zeg!
Voor mezelf heb ik wel elke dag de wekker gezet omdat ik anders ontregeld raak.
De weken zijn voorbij gevlogen en iedereen heeft zich goed vermaakt. Wat nog wel kon hebben we gedaan: genieten van lekker eten, wandelen en fietsen, puzzelen, lezen, tafeltennissen, films kijken en gamen.
Vakantie in lockdown is minder erg dan school volgen in lockdown. Daar zijn ze het wel over eens. Liever naar school dan school vanuit huis.
 
En nu dus weer opstarten.
De weekplanning is uitgeprint, we gaan aan de slag. Het gaat best goed. Ik geniet weer van de woordgrapjes van Sil. Niels komt tussen iedere les door kijken of er koffie en koek is. En ik doe iets met een ballon bij wijze van gymles.
 
Vanmiddag ga ik die kerstboom opruimen.
Daarmee zwaaien we definitief de kerstvakantie uit.
 
 
 

16 december 2020

Daar gaan we weer

We hebben dit eerder gedaan. En we kunnen dit. Misschien scheelt dat.

De eerste keer wisten we niet wat een lockdown voor ons zou betekenen. En vlogen we soms als een kip zonder kop heen en weer tussen kinderen en werk. Ik denk dat we allemaal veel geleerd hebben van die eerste periode. Hierdoor weet je wat voor jou en je gezin wel of niet werkt. De kinderen weten ook hoe het is. Die stapel boeken, het schema in classroom, de instructies van de juf. Dat is nu allemaal makkelijker.
 
Denk ik.
Hoopte ik.
 
Want deze eerste dag hebben we toch wel weer wat opstartproblemen. Het begint met een discussie over wachtwoorden en inloggen, want dat schijnt op school anders te zijn. En dan blijkt dat ik de mail van school niet helemaal goed gelezen heb en zit Sil een half uur te werken uit zijn rekenboek. Wat mij logisch leek, maar wat voor na de vakantie is bedoeld.
Ik heb een raar soort flashback. Daar zitten we weer. En of ik het nu wil of niet, het roept toch bepaalde gevoelens weer naar boven van de vorige keer. Ik voel dat dan altijd een beetje boven in mijn borst. Daar is het dan wat zwaarder. Ook vol vertrouwen, dat wel, het is misschien wel een mengeling van dat alles: verdriet, vertrouwen, onrust, vragen, onzekerheid, genieten van je kinderen, weten dat het echt wel weer goed komt. Maar toch zit je daar nu weer. En vraagt het om aanpassing, veel geduld en liefde. Dat heb ik allemaal wel, maar ik weet niet precies hoeveel en hoe lang.
 
Ik ben deze prachtige dag begonnen met hardlopen. Genietend van de lucht die blauw kleurde en de zon die opkwam snoof ik zoveel mogelijk zuurstof naar binnen.
Adem in, adem uit.
Focus op de fijne dingen.
We kunnen dit.
 
 
 

15 december 2020

Intratuin

Op zondagavond doe ik er een beetje lacherig over.
‘Ik ga morgen nog even naar de Intratuin hoor, voordat die dichtgaat.’
Nu de ministers voor een extra overleg in het Catshuis bij elkaar zijn, reken ik er sterk op dat alle winkels dichtgaan. En hoewel ik de laatste tijd niet heel veel meer in winkels kom, ‘moet’ ik echt nog wat dingen voor kerst in huis halen. Ik weet het, niet essentieel, maar soms heb je gewoon iets in je hoofd. En heb je pas weer rust als het gelukt is. Ik was uiteraard niet de enige met dit idee, en gewapend met een koffie-to-go (wat dus niet werkt met een mondkapje) heb ik mijn onmisbare accessoires kunnen kopen.
 
Als in de loop van de maandag duidelijk wordt dat er een harde lockdown aankomt, komt dat harder binnen dan gedacht. Ik kijk wat verdwaasd naar het bericht. Het duurt een tijdje voordat het helemaal doordringt. Winkels dicht en de kinderen eventueel een paar dagen extra kerstvakantie, dat had ik al wel een beetje ingecalculeerd. Maar de scholen dicht tot 19 januari?! Poeh. Een tijdlang kan ik alleen maar denken: Lieve help, dit ga je toch niet menen hè?? Ik voel ook boosheid. Waarom nu? Waarom zijn bepaalde maatregelen niet eerder genomen? Waarom die kinderen? Het jaar komt zo ineens abrupt tot een einde, halverwege de week eindigt het schooljaar 2020. Geen kerstviering, een raar afscheid.
 
‘Dikke saus*’,dat vindt Lotte er van. En ook de andere twee zijn niet blij. In de beleving van mijn jongens is school vaak ‘stom’ en ‘saai’, maar ze genieten van het samen zijn en het spelen met vrienden. Of van de interactie met docenten. En ook echt wel van nieuwe dingen leren. Zij hebben door corona geleerd dat naar school gaan beter en leuker is dan thuis blijven.
Dat de kinderen weer thuis onderwijs moeten gaan volgen vind ik pittig. Ik hoor een klant van Peter door de telefoon roepen: ‘Ik ga dat echt niet meer doen hoor, ik kan dat gewoon niet!’
 
De rest van de dag doe ik van alles en eigenlijk niets. Is er nog iets wat ik in huis moet halen om de komende vijf weken door te komen? Naar de kapper gaan, dat was een goeie geweest. Maar ik lees steeds vaker dat vrouwen voor uitgroei en grijs gaan, dus die trend ga ik maar volgen. 👩‍🦳
Op de valreep sjees ik toch nog naar de bieb. Naast eten en kerstversiering moeten er natuurlijk veel letters te lezen zijn in huis.
 
*heel stom, maar dan nog erger
 
 
 

10 december 2020

Kerstpuzzel

Ik had voor het maken van mijn kerstplannen maar even de persconferentie afgewacht. Misschien ging Rutte wel zeggen dat we met drie huishoudens de feestdagen door mochten brengen. Daar had ik eerlijk gezegd wel zin in. Als vanouds het huis vol met broer, (schoon)zus, schoonmoeder. Of vrienden. Maar nee, het werden drie personen. Dat beperkt de opties nogal. En stelt je ook weer voor die rare vraag: mag ik nu wel of niet met mijn gezin dat uit vijf personen bestaat naar mijn ouders of schoonmoeder? Zij mogen tenslotte wel hier komen. Het gepuzzel is begonnen.
Mijn zus, met wie ik toch echt altijd een kerstdag doorbracht afgelopen jaren, heeft een vriend en dus ook een familie erbij. Ik zal haar missen.
Gister sprak ik mijn moeder. Zij weet dan van al mijn broers en zussen te vertellen wat hun plannen zijn. Heel handig. En ook zij worstelen met de vraag waar ze verstandig aan doen.
Intussen maak ik, net als alle andere jaren, mijn huis gezellig met kerstboom, kaarsjes en warme chocolademelk. Ik draai hele dagen kerstmuziek. Van kerstconcerten met koren tot Skyradio of Sela.
Ik denk dat ik dat het meest ga missen: bij elkaar in een kerk naar muziek luisteren en samen zingen. Ontroerd (ja, mama moest een traantje wegpinken toen jouw groep het mime-stuk opvoerde😢) het kerstverhaal met de kinderen van de Pieter Jongeling beleven. Of genieten van de kerstlichtjestocht die bij de Boskapel georganiseerd wordt en waar ik nogal eens als engeltje in het koor gezongen heb.
Ieder jaar ga ik wel ergens naar toe. Een bijzondere kerstnachtdienst in een kerk, het kerstconcert van Sela, iets klassieks. Ik hou van die sfeer, het samenzijn en het samen de kerstboodschap beleven.
Omdat de kinderen gewoon naar school en sport gaan en wij ons werk kunnen doen, lijkt het soms of corona ons niet zo raakt. We vinden het niet leuk dat we minder vrienden en familie zien en we missen oprecht af en toe een goed feestje, maar we zijn er een heel klein beetje aan gewend.
Op deze manier kerst vieren, dat wordt weer iets nieuws om aan te wennen. Ik hoop en bid dat ik die kerstpuzzel volgend jaar niet weer hoef te leggen.

 

 

23 oktober 2020

Kinderfeestje

Hey Google, wordt het nog droog vandaag?’
‘Daar kan ik geen antwoord op geven.’
‘Hey Google, wat voor weer is het?
‘Het regent vandaag in Nijmegen.’
‘Hey Google, zet 538 op.’
Het nieuwe speeltje van Peter wordt met veel lol ingewijd.
Het uur daarna hoor ik vanuit de woonkamer veel oh’s en ah’s over de hoeveelheid auto’s van Sil. Tot ze de Nerfs hebben gevonden en mijn ramen een mooi doelwit zijn. Elk liedje dat 538 draait wordt herkend en door een of meerdere kinderen luidkeels meegezongen.
Intussen kijk ik elke minuut op Buienradar of het echt niet nog heel even droog wordt. Een mini-feestje zou het worden. Veel van Sil zijn vriendjes zijn op vakantie. Ik was een beetje bang dat van uitstel afstel komt en omdat er ook al niet heel veel familie was geweest, vond ik dit dan wel een must. De afgelopen twee jaar zijn we naar het Maisdoolhof geweest en dit jaar leek de Leemkuil (fantastische buitenspeeltuin) mij perfect. Zij spelen, ik lezen.
Ik besluit even te bellen met de speeltuin. Er zijn drie bezoekers en ze raadt het me af om nog te komen. Alles is modderig, de toestellen kleddernat. Ik besluit me er bij neer te leggen. Geen feestje buiten de deur maar gewoon ouderwets thuis.
Voordat de jongens kwamen had ik nog gezocht op indoor activiteiten maar de meeste waren al volgeboekt en een heel aantal was pas vanaf ’s middags open.
Dat Nerf-schieten houden ze lang vol, maar als ik het idee heb dat ze toe zijn aan iets anders stel ik voor om pepernoten te gaan bakken. Dat vinden ze allemaal een goed idee. Ik geef ze een recept en de ingrediënten en laat ze het lekker zelf uitzoeken. Dat kunnen ze prima. Wegen, de juiste ingrediënten bij elkaar en balletjes draaien maar.
Grote broer Niels is in eerste instantie sacherijnig dat hij op zijn vrije dag, in de vakantie nota bene, gewekt wordt door de herrie van ‘die kleuters’. Maar als hij eenmaal goed wakker is komt hij maar wat graag zijn grote-broer-skills laten zien. Hij kan namelijk een pijltje ín een flesje schieten. En, als het eindelijk even droog is, neemt hij ze mee naar buiten voor een potje voetbal.
Als ik ze ’s middags allemaal weer afgezet heb, breekt ineens stralend de zon door.
En kleurt de dag van dit ouderwetse mini-feestje nog even extra mooi.
 
 
 

14 oktober 2020

Persconferentie

Hij zucht. Heel diep.
Ik vraag hem: ‘Wat betekent die zucht?’
Hij zegt niets maar komt over me heen hangen. Ik vermoed dat hij de persconferentie buitengewoon vervelend vindt om naar te kijken. Maar misschien is er ook wel heel iets anders. Hij is bijna jarig en heeft allerlei ideeën in zijn hoofd omtrent cadeautjes, vriendjes en opa en oma’s. Normaal gesproken stimuleer ik de kinderen om onder woorden te brengen wat ze voelen omdat ik anders ook niet kan weten wat er is. Nu wil ik gewoon even ongestoord naar Rutte kijken. En af en toe lachen om de gebarentolk. De hamer is leuk. Ik heb een persconferentie overgeslagen, maar deze wil ik kijken. We hebben vroeg gegeten en ik heb met Sil nog even heerlijk een rondje kunnen wandelen. Met frisse hoofden maar met een somber voorgevoel zitten we er klaar voor. Ik vind een omgekeerde, gedeeltelijke lockdown ingewikkelder dan vanuit een lockdown steeds weer iets meer mogen. En ik heb het idee dat ik daar niet de enige in ben. En ook dat mensen daarom iets meer ‘hun ding’ blijven doen. De kinderen blijven naar school gaan, ik kan m’n werk blijven doen, Peter ook. We kunnen nog steeds sporten. Dus als je het zo bekijkt valt het allemaal wel mee. En is het lastig om dan toch zoveel mogelijk ‘contact te beperken’.

Waar we wel een stapje terugdoen is wat betreft de invulling van de herfstvakantie. Een dagje weg, dat doen we maar niet. Verjaardagen met veel bezoek kon al niet. Nu mag het zelfs niet meer verspreid over de dag.
Weer een heel diepe zucht naast mij. ‘Ik heb niets te doen.’ ‘Je hoeft hier niet naar te kijken, je mag gewoon met je auto’s spelen.’ Dat is een goede afleiding. Na drie kwartier heb ik het ook wel weer gehoord en heb ik ook geen zin meer om dan nog weer van allerlei experts te horen wat zij er van vinden. Ik stel Sil voor om dan samen nog even iets heel anders te kijken. Iets ontspannends. Om de zinnen te verzetten. Hij kiest voor de serie The Fast and The Furious op Netflix. Ik geloof dat ik nog liever naar een persconferentie kijk. Maar ik houd mijn mond. En na 25 minuten zucht ik maar eens heel diep en zeg: ‘Ik word hier wel een beetje onrustig van, zullen we hem maar uit doen?’ Hij is het zomaar met me eens en gaat lekker slapen. Ik neem me voor om van zijn verjaardag hoe dan ook een groot feest te maken.
 
 
 
 

11 oktober 2020

Belijdenis

Vandaag deed onze lieve Lotte belijdenis van haar geloof.Ongeveer anderhalf jaar geleden zei ze ineens, vanuit het niets: ik ga volgend jaar op belijdeniscatechisatie. Het kwam ook beter uit met trainen. En geloven, dat deed ze toch al? Waarom zou ze dan nog langer catechisatie gaan volgen?

Het is een beetje alsof je kind leert lopen en haar eerste stapjes zet. Vol trots en verwondering kan je naar dat kleine wezentje kijken dat nu zelf de wereld gaat ontdekken. Zelf kan besluiten waar ze heen wil. Stap voor stap en af en toe val je nog om.
Belijdenisdiensten worden vaak rond Pinksteren gehouden. Ik weet niet eens of er voor die van haar al een datum gepland was. Maar dat die dienst niet door kon gaan werd natuurlijk snel duidelijk toen we met zijn allen thuis kwamen te zitten.
We waren er ook niet zo meer mee bezig. Tot twee weken geleden. De dominee wilde het nu toch graag doorzetten. Niet wetende dat de maatregelen in die tussentijd nóg een keer zouden veranderen. Maar we voelden allemaal: als het nu niet gebeurt, wanneer dan wel?
Lotte zet een grote stap. In geloof. In vertrouwen. Ze zegt hiermee dat ze in God gelooft en Jezus wil volgen. Ze neemt zelf die verantwoordelijkheid op zich.
Ik realiseer me nu pas dat ik die verantwoordelijkheid uit handen mag geven. God heeft gewerkt, al die jaren. Wij hebben haar opgevoed. En vaak deden we maar wat. Ik heb wel geleerd dat je je kinderen van alles kan geven, maar ‘het geloof’, dat is iets wat je alleen maar kan laten zien, je kan het ze niet geven.
Niemand weet hoe haar pad zal zijn. Of ze nog af en toe zal vallen. God wel. En hij zal bij haar zijn. Daar vertrouwen we op.
En wij kunnen alleen maar heel dankbaar zijn.
En terwijl ik dit schrijf verschijnt de regenboog die me doet denken aan dit vers:
“Een boog in de wolken
Als teken van trouw
Staat boven jouw leven
Zegt: ik ben bij jou”
 
 
 
 

29 september 2020

Volkskrant juni 2018

Ik heb de gewoonte om ongelezen kranten niet weg te gooien. In de tijd dat ik een weekendabonnement op de Volkskrant had resulteerde dat in grote stapels papier, verspreid door het hele huis. Op de een of andere manier was dat weekend nooit genoeg om die hele krant uit te krijgen. Het magazine legde ik altijd naast mijn bed, die kon je ook makkelijk liggend lezen. En de rest lag dan ergens te wachten tot ik wel tijd had. Meestal was het dan alweer weekend en kwam de volgende krant. Om deze papierwinkel te stoppen heb ik het abonnement opgezegd. Maar die ongelezen kranten gaan pas de deur uit als ze gelezen zijn. En zo vond ik in een la een krant van juni 2018. Nieuws is niet voor niets nieuws: de dag erna is het al achterhaald. Toch kan je soms een tijdschrift lezen zonder dat je het gevoel hebt dat wat er in staat heel oud is, omdat het over universele dingen gaat. Liefde, rouw, gedrag, opvoeden. Bij alle berichten in deze krant viel ik echter van de ene verbazing in de andere. Het ging over de druk op de woningmarkt, het klimaat, en over verzorgingshuizen. Vooral dat laatste woord raakte mij. In het artikel ging het erover dat er meer verzorgingshuizen moeten komen. Oudere mensen blijven nu weer te lang in hun eigen huis wonen waardoor ze soms niet de juiste zorg krijgen. Ik vond het schrijnend, omdat we nu weten wat er in verzorgingshuizen is gebeurd. De halve krant was gewijd aan het WK. Alle spelers, teams en wedstrijden werden uitgebreid voor- en nabeschouwd. Wat is sport toch altijd een grote nieuwsbron. En hoe is dat lange tijd helemaal stilgevallen.
Het mooist vond ik de Sigmund, van Peter de Wit. Daar hoef je maar een woord te vervangen en je kan de cartoon herplaatsen:
“Ach oom Sigmund, vertel nog eens over de tijd voor MeToo.”
En dat Sigmund dan zegt: “Nou,…….”
 
 
 

11 september 2020

Drie weken

Ze zijn naar school. Al drie weken. Tot vorige week leek het alsof ons leven weer bijna helemaal normaal was. Er waren nog geen snottebellen, ik hoorde nog niet over afwezige docenten en gelukkig hoefden de kinderen niet met mondkapjes op in de klas. Naast school wordt er gewoon gesport en ook andere activiteiten zijn weer opgestart. Ik heb inmiddels weer veel vrienden gezien en allerlei clubjes draaien weer. Het blijft moeilijk om elkaar geen knuffel te kunnen geven maar het is mooi om te zien dat er veel mogelijkheden zijn voor fijne ontmoetingen. Ik was blij met iedere ‘normale’ dag en probeerde maar niet veel verder te denken.
Afgelopen weekend liepen wij ineens tegen de eerste snotneus aan. Het was even zoeken hoe het nu ook alweer precies zat. Wat als een kind een heel klein beetje verkouden is? En hij is 8? Er zijn richtlijnen voor kinderen tot zes jaar. Maar ook voor zes tot twaalf. En de regels voor tieners vergeet ik ook steeds. ‘Nee mam, wij mogen gewoon bij elkaar zijn hè, wij zijn nog geen 18’, nadat Lotte een vriendin na lange tijd weer zag en een knuffel gaf. Midden in de stad waardoor ik even om me heen keek of niemand dat gezien had.
Deze week hoorde ik van steeds meer vriendinnen, zussen en leerkrachten dat het toch best ingewikkeld is met snotneuzen enzo.
Mijn zusje heeft een jarig kind en wilde dat, in kleine groepjes met tijdslot, vieren. Dat kon niet doorgaan omdat een ander kind van haar snotterig was. Een week later dan maar. Ook dat gaat niet door want nu is de jarige zelf verkouden.
Een van de leden van ons Alphateam had een kind met koorts en ja, dan moet je toch echt met je hele gezin thuisblijven. Totdat je terecht kunt voor een test (lang wachten) en dan is de vraag hoe snel je de uitslag krijgt. Tot die tijd zit je ineens weer in quarantaine met zijn allen.
Er zijn al klassen die naar huis moeten omdat er geen docent is of omdat er teveel besmettingen in de school zijn.
Mijn snotneus van 8 heb ik thuisgehouden van de kerk en maandag was het gelukkig weer over. Maar hier blijft het natuurlijk niet bij.
Ik bereid Peter daar ook maar op voor. Hij is de enige in ons gezin voor wie het leven redelijk normaal doorging. Hij heeft niet thuis hoeven werken en heeft het drukker dan ooit.
Maar wij gaan dat hier natuurlijk ook krijgen. Iemand met koorts. Dan moet Peter er ook echt aan geloven. Niels lijkt dat een heel slecht plan. Papa ook nog erbij in huis. Waar dan?
 
 

4 september 2020

Heimwee

Ik heb permanent heimwee. Frankrijk heeft mijn hart veroverd. Dat is gebeurd toen ik een jaar als au pair in Parijs ging werken. Sindsdien leef ik met de wens om ooit iets in Frankrijk te gaan kopen. Ooit en iets. Dat is veel te vaag. De laatste jaren, nu de kinderen groter worden, en ik de vrijheid om de hoek zie komen, worden de plannen iets concreter. Tot die tijd doe ik het met dromen over. Mijn oom, ook een dromer en Frankrijkliefhebber, waarschuwde me jaren geleden al: ‘je moet iets te dromen over houden.’ Hij heeft een deel van zijn droom (een eigen wijngaard hebben) in Nederland waargemaakt en werkt hier, alpinopet op z’n hoofd, tussen de wijnranken. Om daar iets moois van druiven en mensen te maken.
Af en toe kan het me zo overvallen, dan ben ik er letterlijk ziek van.
Na een paar fijne weken zomervakantie in de Drôme, Bretagne of Dordogne gaat het vaak volgens een bepaald patroon. Eerst ben ik blij dat ik weer in mijn eigen bed slaap en op mijn eigen wc kan zitten. Met mijn hoofd in de wolken kom ik dan die eerste twee weken door. Daarna komt de weemoed en ga ik hele dagen foto’s zitten kijken: wat was het fijn daar! Tegen de tijd dat de kinderen weer naar school moeten vraag ik me af of we niet nog even snel een paar dagen samen heen en weer kunnen. Wat we overigens ook al een paar keer gedaan hebben. En als dan eenmaal de eerste regenachtige herfstdag is aangebroken (vaak in augustus), ga ik op zoek naar huizen die te koop staan in Frankrijk.
Heimwee is volgens het woordenboek: ‘ziekelijk verlangen naar huis’.
Maar wat is ‘huis’? Daar maakt van Dale het onderscheid tussen ‘een gebouw om in te wonen’ en ‘huisgezin, familie’. Ik denk dat ‘huis’ de plek is waar je met je geliefden kan samen zijn. Die plek is nu hier, in Nijmegen. Je thuis dus.
Is wat ik heb dan geen heimwee? Of is het een ziekelijk verlangen naar iets anders? Misschien weet mijn oom hier het antwoord op.
 
 
 

1 september 2020

Regeldagen

Iedereen met een baby weet wat dat zijn.
Vorige week vond ik een dagboekje van de tijd vlak na Lotte haar geboorte, speciaal voor haar geschreven. De bevalling van haar was niet echt heel makkelijk maar wat zat ik daarna op een roze wolk. Ik had behoefte om dingen voor haar vast te leggen, zodat ze later zelf terug zou kunnen lezen hoe die eerste tijd met haar voor ons was. Ik las ook over regeldagen. Van die dagen dat je kind sprongetjes maakt. Een sprongetje naar bijvoorbeeld minder voedingen. Wat ik me ervan herinner is dat ik me daar heel goed aan over kon geven. Met je eerste kind, nog in je verlof, is dat misschien ook iets makkelijker dan bij je derde. Ik kon intens genieten van dat lijfje tegen me aan en omdat ze toch zo vaak wilde drinken deed ik niet eens de moeite haar tussendoor weg te leggen. Bank hangen, tv kijken en knuffelen.
Toen de kinderen vorige week allemaal weer naar school gingen voelde dat een beetje als die regeldagen. Er moest echt nog van alles ingeregeld worden. Misschien had ik me niet zo gerealiseerd dat naar school gaan ook weer betekent: allemaal nieuwe sprongen maken. Voor Lotte was het heel bijzonder dat ze na een half jaar überhaupt weer een school binnen kon stappen en lessen kon gaan volgen. Omdat zij vorig schooljaar in de examenklas zat heeft zij sinds maart helemaal geen les meer gehad. Ze keek er zo naar uit! Om weer iets te leren, anderen te ontmoeten, d’r hersens te kraken. Voor Niels is het ook een bijzonder moment. Hij gaat op een nieuwe school en in een nieuwe klas beginnen, en opnieuw zijn plekje ontdekken. En Sil, die zit ineens in groep zes, alsof hij groep vijf heeft overgeslagen. En daar gaan ze dan allemaal met hun eigen zin en zekerheid.
Ik keek daarnaar, probeerde thuis weer meer voor mezelf op te pakken. Maar ik vond mezelf vaak terug op de bank, met koffie en een boek.
Dit keer was ik het die last van regeldagen had.
 

17 augustus 2020

Kalm

Kalm. Dat is hoe ik me voel. Helemaal kalm en licht en vrolijk. De sleur van het thuiszijn met kinderen, de zorgen om hoe-nu-verder en wat-als, de uitzichtloosheid van de periode toen we er nog middenin zaten. Het is weg. De vakantie is als een scheidslijn geworden. Heeft het einde van corona niet gemarkeerd maar heeft er wel voor gezorgd dat er een einde kwam aan een pittige periode.
Want vanaf dat we wegreden was het vakantie. Voor iedereen. Met zijn vijven hetzelfde doel. Niet meer de een die nog moet werken en de ander die af en toe een dag naar school moet en weer een ander die thuis onderwezen wordt of moet onderwijzen. Nee, de neusjes richting ‘weg van alles’. Op weg naar zorgeloosheid. Doordat we al zoveel samen zijn geweest, hoeft er niet meer eerst van alles uitgevochten te worden. We weten het nu wel. Hoe je heel dichtbij elkaar kan zijn en toch ieder zijn ruimte gunt.
En nu is alles licht. En blij. En wil ik nog niet teveel naar het nieuws kijken en luisteren. Want ik hoor natuurlijk ook dingen over Zeeland en Antwerpen en Spanje. Maar het was er niet. Daar in de Franse bergen. Daar was het gewoon vakantie zoals vakantie hoort te zijn. Met elke dag croissantjes eten; je de eerste dagen goed insmeren en dan toch op een onverwacht moment verbranden door die felle zon; met kanoën en fietsen; door dorpjes slenteren en foute souvenirs kopen; verbaasd opmerken dat er haast geen Nederlanders zijn; je verwonderen over de uitgestrektheid van het land; altijd even bij een makelaar kijken wat een huisje zou kosten….
Ik wil me nog geen zorgen maken. Zorgen maken helpt niet. Nooit.
Maar we kunnen niet doen of het er niet meer is. Of het opgelost is. Het idee dat we zoiets komend jaar weer mee zouden moeten maken, ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen. En daar wil ik dus nog niet aan denken. Omdat ik dat niet aankan.
Nog heel even blijf ik in mijn vakantiebubbel, met buiten eten en tot laat in de tuin wijntjes drinken. Probeer ik zoveel mogelijk zorgeloosheid te omarmen.
 
[Dit schreef ik toen ik ongeveer een week terug was uit Frankrijk. Ik merk inmiddels dat het ook voor ons weer dichterbij komt, de start van een nieuw schoolseizoen. Plus alle onzekerheden. Ik wens alle leraren en leerlingen die vandaag weer begonnen zijn uit de grond van mijn hart heel veel sterkte en plezier]
 
 

10 augustus 2020

Mondkapjes

‘Ze geven elkaar een knuffel!’
Verbazing en bewondering vechten om voorrang.
Wij mogen al vier maanden geen handen schudden en elkaar niet meer knuffelen. En nu zien wij heel blije Fransen ’s morgens vroeg aan de koffie op het terras en iedere keer als er iemand bijkomt wordt er een rondje knuffels gedaan. Als we van de eerste schok bekomen zijn zien we dat het luchtknuffels zijn. En horen we dat ze er ook grappen over maken. Maar toch, dit is wel een verschil met Nederland. Waar wij anderhalve meter afstand houden, doen de Fransen het met een meter. Metertje. Net zoals het ons niet lukt om op anderhalve meter met elkaar te praten (let maar eens op, het is vaak echt hooguit een meter), lukt het de warmbloedige Fransen niet die meter te waarborgen. Het komt er in de praktijk op neer dat hier niet met grote bogen om elkaar heengelopen wordt. In Nederland kijk je elkaar tegenwoordig even aan: allebei naar links of allebei naar rechts?, maar in Frankrijk kan je gewoon de ‘normale’ afstand aanhouden. Want in een normaal leven houd je automatisch zo’n halve meter afstand. Dat heeft te maken met de ‘persoonlijke zone of ruimte’ die mensen nodig hebben.
Het mooiste beeld is toch wel de aan-de-bar-koffie-drinkende man. Mondkapje aan een oor, grote slok, mondkapje weer voor.
We wennen snel aan het dragen van mondkapjes in de winkel. Het begon al op de heenreis in de tankstations. Toen nog een beetje lacherig en onwennig, maar nu toveren we zonder moeite overal de mondkapjes vandaan als we een winkel binnenstappen. Winkelwagentjes worden hier niet ontsmet en wij moeten er ook gewoon een muntje instoppen. Wel is er bij de ingang desinfect en doekjes beschikbaar. Voor handen of kar, dat mag je zelf weten. In de weken dat wij in Frankrijk zijn gaan de mondkapjes van ‘recommandé’ naar ‘obligatoire’. En de meesten nemen dat wel serieus. In Nederland keek je nog even raar op als iemand een mondkapje in de supermarkt droeg, hier kijk je even raar op als iemand er niet een draagt.
Het is net of je met dat mondkapje het virus uit kan bannen. Je waant je veilig. Net als dat je vroeger je oren dichtstopte als je ruzie had met iemand en je die niet meer wilde horen. Liefst nog heel hard ‘blahblahblahblah’ erbij roepen.
Hup, mondkapje op en weg is ‘ie. Was het maar zo mooi.
 
 
 

5 augustus 2020

Week 2

We zouden terug zijn voor de Nijmeegse Vierdaagse/New Wine/het voetbal van Niels.
Toen duidelijk werd dat evenementen voorlopig niet doorgaan, Niels niet meer bij Vitesse speelt, maar we wél naar Frankrijk mogen reizen, hebben we besloten een week langer in dat heerlijke land te blijven. We zijn zoveel thuis geweest met zijn allen, ik vind het fijn om in een andere omgeving met ze te zijn.
We verlaten, helemaal opgeladen, het huisje op de berg en reizen nog een stukje verder naar het zuiden. Bij de eerste bestemming wil je er vooral heel graag zijn, alsof dan pas de vakantie begint. Maar nu we al helemaal in die vakantiemodus zijn, hebben we geen haast om op de volgende plek te komen. We kiezen ervoor om een wat langer stuk binnendoor te rijden en komen langs verrassend mooie plekjes. Beynac-et-Cazenac en Bezenac maar ook Cahors. We zien nog veel mooie stukjes van (de streek en de rivier) de Dordogne en de Lot. We ontdekken dat we het onderweg zijn met zijn allen ook heel leuk vinden, dat de reis op zich al zoveel kan bieden. Precies, naar die bekende uitspraak van Boeddha.
Ik heb een kleine, Franse camping uitgekozen waar een paar gewone plekken zijn en waar vier chalets staan. Omdat niet iedereen de overgang van het huis naar de camping kan waarderen, heb ik het erger afgeschilderd dan het is. Zij moeten met zijn drieën op een kamer en we moeten gebruik maken van het sanitair van de camping. Als het over het gemeenschappelijke zwembad gaat, vraagt er eentje: ‘zijn daar mensen?’ Peter en ik hebben het niet meer. Wat is er toch met die kinderen van ons? Natuurlijk zijn er ‘andere mensen!’
Het chalet wordt goedgekeurd. Het ligt vrij, met veel groen gras om op te voetballen of te liggen, er zijn drie slaapkamers, en er is zelfs een douche!
Bij het zwembad zit een badmeester, en ja, er komen andere kinderen uit het dorp zwemmen en ook oma’s met kleinkinderen. Gemoedelijker en Franser kan je het niet krijgen. Het duurt een dag, maar dan plonzen die van ons er gelukkig ook tussen!
 
 
 
3 augustus 2020
 

Niks doen

Peter had een willekeurig punt op de kaart ingevoerd in zijn navigatie en toen we vlak bij onze bestemming kwamen was het de grote vraag: wie weet het best waar ons huisje zich bevindt? Na uren van bovenaf op Google Maps de omgeving gescand te hebben denken wij het allebei beter te weten.
‘Nee, volgens mij moet je precies de andere kant op.’
‘Wacht maar, ik denk toch echt dat het hier is.’
‘Oh, nu rijden we het dorp al weer uit, toch maar keren.’
Scherpe bocht naar links, enorm steile helling richting een landweg? En ja hoor, ineens zien we het liggen. Het prachtig witte huisje met zijn paarse luiken. Omringd door de groene heuvels van de Dordogne.
Hier was het ons om te doen. Rust, ruimte en een zwembad. We hopen vurig dat het huisje van binnen meevalt. Het blijft altijd lastig beoordelen vanaf een foto. Het valt meer dan mee. Alles is er en alles is vooral heel netjes.
We leren deze week van onze kinderen. Peter en ik staan om de haverklap in de startblokken. Wie heeft er zin om een rondje te fietsen, wie gaat er mee wandelen, zullen we daar beneden in het dorp op dat grote veld gaan voetballen? Weten jullie wel dat hier heel veel kastelen zijn?
Maar voor de kinderen is dit de vakantie. Dus waarom zou je daar dan nog iets aan toe moeten voegen?
Als ik een hele dag naar die heuvels heb gekeken, wil ik ook wel eens weten wat er achter die heuvels ligt of welke dorpjes interessant zijn. Maar ik leer van hen dat tot rust komen ook is: zitten, liggen, hangen.
En tussen dat hangen door gieren we om spelletjes mens-erger-je-niet, spelen we bloedfanatiek waterpolo, doen we wedstrijdjes ‘de berg oprennen’, bekijken we de dorpjes Plazac, Montignac, Rouffignac, nou ja, gewoon alles op ‘ac’.
En ja, toen was zelfs voor dit relatieve niets doen de week nog te kort.
 
 
 

8 juli 2020

Spagaat

Remmen en gas geven tegelijk, dat kan wel maar het levert niet echt iets op. En je leert op rijles om dat niet te doen. Toch heb ik het gevoel dat ik dat de afgelopen weken een beetje aan het doen ben. Na de ‘opsluiting’ (hoewel dat hier niet zo genoemd wordt, vind ik dat toch wel het meest passen bij de maanden maart en april), konden we eerst weer heel langzaam wat dingen gaan doen. De basisschoolkinderen waren eerst aan de beurt, even later de leerlingen van de middelbare school. En net op het moment dat je gewend bent aan wat meer reuring in en rond huis en aan verschillende ritmes en roosters is het eigenlijk ook allemaal al weer voorbij. Ineens heeft Niels zijn laatste online les. En de dag erna zijn laatste les op school. Huh? Is dat jaar dan nu voorbij? We gingen net weer even zo lekker. Helemaal nu er in het sociale leven ook weer meer dingen mogen en ik een beetje uit dat hol begin te kruipen en langzaam in de eerste versnelling rijd, wordt er op hetzelfde moment al weer op de rem getrapt. Is dit nu echt Sil zijn laatste schoolweek? Rijden we straks echt naar Frankrijk? Die vakantie die in de koelkast stond, gaat die nu ineens toch door? En hoewel ik heel veel zin heb om hier meer gas te gaan geven is het misschien ook wel heel goed om dat even helemaal niet te doen. En echt tot rust te komen. Want moe ben ik wel. Het schijnt toch wel een aanslag op je brein en lijf te zijn, zo’n ingrijpende situatie als we meegemaakt hebben.
Ik kijk uit naar het met zijn allen niks doen en hoeven.
Straks geven we nog een keer letterlijk 1000 kilometer gas.
En dan gaan we op de rem.
Dolce far niente.
Fijne zomer voor iedereen. 😘
 
 
 

 

3 juli 2020

Tant Es
(voor mijn lieve zus)

Een keer in het jaar worden alle neefjes en nichtjes uitgenodigd voor een nachtje logeren bij mijn zus. Ze kijken daar allemaal het hele jaar naar uit. Het is fantastisch dat mijn zus het ieder jaar weer voor elkaar krijgt om precies die dingen te verzinnen waar kinderen (en inmiddels tieners) blij van worden. En de kinderen vinden het over het algemeen fantastisch om eens onder die blik van hun eigen ouders vandaan te zijn.
Rekening houden met vakanties, eind musicals, voetbal, toernooien, enz. van vijf gezinnen valt niet mee en vorig jaar lukte het niet een goede dag te vinden en ging het helaas niet door. We hebben toen direct het weekend voor 2020 vastgelegd, 3 juli leek een perfecte datum.
Toen corona in ons leven kwam, heb ik helemaal niet meer aan dit uitje gedacht. We waren druk met thuis lesgeven en het hoofd boven water houden. Totdat we hoorden dat in juni weer meer mensen samen mogen komen, ook binnen, én kinderen onderling geen afstand meer hoeven te houden. En precies in de week dat ik dacht: ‘hé, dat logeerfeestje, hoe zit het daar eigenlijk mee?’, kwam er een uitnodiging van tante Es.
Het feest vanavond kan doorgaan. Meestal breng ik de kinderen. Maar nu Niels een heel jaar met OV gereisd heeft en Lotte zin heeft in een ‘avontuur’, laat ik ze met de trein gaan. Misschien niet helemaal volgens de maatregelen, maar ik vind het een noodzakelijk reisje. Ik was even vergeten dat Sil eerst nog gewoon naar school moet. Maar ook dat maakt onderdeel uit van het avontuur. Met mondkapje en rolkoffer in de trein tot Arnhem, daar broertje uit school halen en dan door naar Zwolle.
Het is dus nu stil in huis.
Zo stil.
En dat gaat de hele avond en nacht en volgende morgen zo blijven. Ik kan het haast niet geloven. Altijd was er wel iemand thuis. Of, als ze eens alle drie op training waren, kwamen ze na een uurtje weer thuis. Al die maanden, als mensen vroegen hoe het met me ging, zei ik hetzelfde. ‘Goed, maar ik mis de stilte.’
Ik moest er even op wachten maar nu heb ik hem.
 
 
 

18 juni 2020

Bioscoop

Na weken Netflix was het nu tijd voor het echte werk: een film in de bios. Ik heb een vriendin waarmee ik bepaalde passies deel: eindeloos het internet afstruinen naar mooie vakantieadresjes, boeken lezen en films kijken. En dan het liefst de arthouse films die je vroeger bij de Cinematheek op de hoek haalde. Het aller- allerliefst een Franse. In ons favoriete filmhuis Lux draait een film met Catherine Deneuve en Juliette Binoche over de relatie tussen een moeder en een dochter. Wat is er precies gebeurd in het verleden, wat is de wankele rol van ons geheugen en wat is dan uiteindelijk ‘waarheid’?
Bij het reserveren van de kaarten valt op dat bioscopen er niet voor kiezen om in de filmzaal de anderhalve meter afstand te houden. Je kan twee stoelen naast elkaar reserveren. Ook als je niet uit hetzelfde huishouden komt. In ons geval twee stoelen helemaal links op het puntje van de rij, waarbij de rest van de rij helemaal leeg blijft. Op andere rijen zien we hetzelfde: steeds twee stoeltjes naast elkaar staan open, de rest staat vast en ingeklapt. We staan elkaar even aarzelend aan te kijken. Nu blijkt dat de moeilijkste maatregel, afstand houden, tegelijk ook de maatregel is waarvan het lastig wijken is. Het zit inmiddels goed in ons systeem verankerd. Hoe kan ik dat mantra nu ineens overboord gooien? Ik peuter het lint waarmee de andere stoelen zijn vastgemaakt snel los en plof, terwijl de thee over mijn handen klotst, neer. Zo, een stoeltje ertussen.
 
La vérité is in dit geval dat ik die ruimte echt nog even nodig heb.
 
 
 
 

15 juni 2020

Naar de kerk

Ik krijg een glimlach van oor tot als ik op donderdagavond via de mail een uitnodiging krijg voor het bijwonen van een kerkdienst. We vieren de diensten nu al weken thuis op de bank. Wetend dat de rest van de gemeente dat ook doet. Af en toe kijken we ook hoe het er in andere kerken aan toegaat. Soms bingen we van alles achter elkaar. Van onze eigen dienst of Groot Nieuws Radio naar Beam naar Nederland Zingt. Heerlijk! Toch hecht ik voor de verbondenheid erg aan onze eigen gemeente.
Maar nu mag ik dus echt weer naar een dienst! Een vrouw die met mij op een bijbelstudiegroep zit doet belijdenis en heeft gevraagd of wij erbij willen zijn. Het is voor de kerk ook gelijk een oefening voor hoe het straks zal gaan als er weer meer mensen in een gebouw mogen zijn. Nu is dat nog met maximaal 30 personen.
Zondagochtend stap ik op tijd, in mijn jurk, op mijn fiets. En vol verwachting fiets ik de route die ik de afgelopen maanden nooit meer heb gefietst. Dat de vroeger ‘gewone’ dingen nu zo bijzonder kunnen zijn!
Veel is anders. Er zijn weinig mensen. We moeten onze handen ontsmetten. We mogen niet naast elkaar, er moeten steeds drie stoelen tussen. En een hele rij voor en achter je moeten vrij blijven. Het weerhoudt ons er niet van om links en rechts luidruchtig bij te kletsen. We mogen niet zingen. Maar ik playback gewoon lekker alles mee. Niet te doen, al die mooie liederen en dan je mond moeten houden.
Veel is ook hetzelfde. Het enthousiasme van de dominee, pianist en zangers. Het lezen en bidden. De vreugde om elkaar te zien.
En het mooist is: je voelt oprecht de aanwezigheid van God. Geloven kan overal. God aanbidden ook. Maar in verbondenheid met én bij elkaar je geloof vieren en belijden, dat geeft er zo’n mooie dimensie aan!
 
 
 

5 juni 2020

The day after

Een examenfeestje in coronatijd. Dat vroeg om wat extra voorzorgsmaatregelen en zorgde voor wat discussiepunten. Maar met dat mooie weer van de afgelopen tijd maakte ik me over de meeste dingen niet zoveel zorgen. Anderhalve meter, dat zou wel moeten lukken. We hebben een grote tuin en we hadden alles klaar om daar het feest te geven.
Wat extra handgel en zeepjes. Papieren doekjes voor het afdrogen van de handen. Broodjes hamburger (van de barbecue) zonder al te veel poespas om toch een beetje te voorkomen dat iedereen aan dezelfde spullen zit. Salades in kleine bakjes en niet in een grote schaal waar iedereen dan in gaat zitten scheppen. En ik zou de drankjes aanbieden. In karton. Want ik wilde niet dat iedereen in mijn keuken zou komen en daar van alles aan ging raken. Corona meets een beetje smetvrees.
En toen ging het regenen. Precies vanaf het moment dat het feestje begon. En stormden er (ik moet nog even navragen hoeveel precies) heel veel meiden en jongens tegelijk naar binnen. Die onderling geen afstand hielden, mijn keuken binnen denderden en zelf de cola uit de koelkast trokken. En toen vloog het me even aan. Heel even maar. Want de last minute geregelde party tent bood uitkomst. En veel vrienden kwamen echt maar even. Sommigen moesten nog sporten en aten wel even gezellig een burgertje mee. Anderen waren zelf geslaagd en gingen uit eten.
Toen er lieve vrienden van ons kwamen werd ik echt blij. Dat ze de moeite namen om deze bijzondere dag mede tot een feest te maken. En zo blij om ze eindelijk, na al die maanden weer te zien. Want we waren toch wel allemaal een soort kluizenaars geworden. Of op zijn minst alleen nog maar gericht op alles wat lokaal was.
Volgens het gezegde kunnen feestjes in het water vallen. Maar hoeveel water er ook viel, dit feestje bleef recht overeind. Met een vuurkorf, dekentjes en wijn. En ja, het was misschien leuker geweest met een summer vibe. En ja, dat je toch een beetje angst voelt om eventueel iemand te besmetten, dat maakte me wel emotioneel.
Maar oh wat is het fijn samen feest te vieren!
Wordpress Social Share Plugin powered by Ultimatelysocial