_

#30. Schuldgevoel

Waarom heb ik zoveel last van schuldgevoel richting mijn kinderen? Bij alles wat zij moeten en niet willen knaagt het aan mij.

Ik spreek hierover met een vriendin. Terwijl we onszelf in de stromende regen uitdagen en een lange hardlooptraining doen. Zodat ik ’s avonds tegen Niels kan zeggen: jij traint dan wel vier keer in de week, maar ik denk dat ik je er op de 10 km nog wel uit loop. Naïef natuurlijk. Ik loop mijn kinderen er al lang niet meer uit.

We praten over kinderen die een karakter hebben waar ogenschijnlijk niet veel creativiteit en actie inzit. Kinderen die afwachtend zijn. Kinderen die veel kunnen maar dat niet zo snel uit zichzelf doen. Kinderen die zo op kunnen bloeien als docenten, trainers of begeleiders ze op de juiste manier aandacht geven en uitdagen. Kinderen die graag thuis zijn en zich terugtrekken in een eigen wereld.  Wat is dat met ons, moeders, dat we ze daar uit willen trekken? Dat we van ze willen dat ze naast school, sport en soms zelfs een baantje, tóch nog meer doen?

De sfeer wordt er niet beter op, als je je kinderen op zit te jutten. En ik vind mezelf op dat soort momenten ook echt geen leuke moeder. We hebben het ook over de negativiteit die er dan omheen kan hangen, en dat je daar zelf misschien nog wel het meeste last van hebt. Ik, met al mijn hoog-sensitieve eigenschappen, al helemaal. Hoe kan je voorkomen dat je je daardoor mee laat sleuren?

Iets wat we allebei deden toen onze kinderen nog kleiner waren, was aan het eind van de dag vragen: wat was er leuk vandaag en wat was er niet leuk? Met een aantal niet-praters in huis dé manier om het gesprek op gang te brengen. Verrassend om te horen wat ze dan tóch te vertellen hebben. Ik besluit om dit bij Niels weer opnieuw te gaan doen. Iets minder aangedikt dan destijds, maar toch. Ik wil elke dag iets positiefs van hem horen.

Dat dit juist vandaag broodnodig is, blijkt wel als hij thuiskomt. Met de capuchon over de ogen ploft hij bij ons aan tafel en zijn ogen spreken boekdelen. Ik wil niet weten wat er aan de hand is, en ik ga vandaag eens niet over voetbal praten. Peter en ik kletsen wat met Sil en laten Niels rustig zijn eten opeten. Als iedereen klaar is zeg ik: ‘vertel eens één ding wat leuk was vandaag’. Het blijft heel lang stil. Sil grapt nog tussendoor: ‘school’. ‘Mijn training’ zegt Niels. En mijn hart maakt weer een sprongetje van blijdschap.