_

#44. Wat is het belang van een mental coach bij voetbal?

Wat is het belang van een mental coach bij voetbal?

Vijf redenen om je te verdiepen in de mentale gesteldheid van de topsporter

Omdat ik vorig jaar verschillende keren aanliep tegen het feit dat mijn kind vooral als topsporter werd gezien en niet zozeer als mens met meerdere functies en behoeften, ben ik me daar wat meer in gaan verdiepen. Eva Maenhout en Krit Perquy schreven daar een interessant boek over: Het Sportbrein. Wat is het belang van een mental coach bij voetbal? Zijn er redenen om je te verdiepen in de mentale gesteldheid van de topsporter?

Vijf lessen die ik leerde:

1. Sporten doe je ook met je hersenen

Het is natuurlijk al langer bekend, maar ik denk dat er in sommige sporten nog weinig aandacht voor is. Het belang van de psyche bij het goed presteren in de sport. Lichaam en geest zijn een. Omdat je brein nu eenmaal onderdeel is van je lichaam en je die dus niet kunt scheiden.

2. Je brein heeft rust nodig

Je brein is een enorme energieslurper. En dat heeft natuurlijk gevolgen. Want als de energie op is, wat gebeurt er dan? Dan wordt het moeilijker om beslissingen te nemen of onze impulsen te beheersen.

Intens verdrietig was ik vorig jaar als ik zag hoe vermoeid Niels was. En ik ook niet wist wat ik hem moest adviseren. Blijkbaar konden alle andere kinderen het wel aan en blijkbaar was het vanuit de club geen punt van aandacht.

‘Harder werken is soms net wat er niét moet gebeuren. Als de ingeslagen weg de verkeerde is, dan betekent harder werken alleen maar verder weggaan van het doel. Soms kan het nodig zijn anders, slimmer te werken. Soms is het zelfs aangewezen om net minder hard te trainen. Dat kan soms het geval zijn bij fysieke, maar ook bij mentale vermoeidheid.’

Toen Niels er goed doorheen zat en ik zijn trainer belde dat de energie op was, stelde ik hem ook de vraag of hij een training over kon slaan of dat hij misschien op school lessen kon missen. De trainer wist hier geen raad mee. Ik voelde me de eerste moeder die dit (hoe haal je het in je hoofd, het is topsport!) vroeg. Ik wilde zo graag dat hij het hele plaatje, de hele mens Niels zag. In plaats van alleen het rigide vier keer trainen per week. Dat was de norm, daarop was alles gebaseerd.

Ik leefde in de veronderstelling dat je soms fitter wordt van NIET trainen. Omdat je lijf en geest dan even kunnen herstellen, misschien wel een kleine reset kunnen doen. Wat had ik daar graag de discussie over gestart maar ik was nog zo nieuw, ik durfde dat niet te zeggen. Ik voel me nu, met terugwerkende kracht, in ieder geval gesteund door zowel sportpsychologen als de wetenschap.

3. Ontspanning is zoveel meer dan 'op de bank liggen'

Wat ik een bijzonder inzicht vond is dat onder rust zoveel meer verstaan wordt dan het letterlijk (liefst liggend op een bed of de bank) uitrusten.

Dat je ook ontspant door andere dingen te gaan doen. Iets waar wij erg mee geworsteld hebben. Nemen we hem op zondag (zijn enige vrije dag) mee naar een verjaardag, of laten we hem lekker thuis. Waar hij dan niet verder komt dan filmpjes kijken. De schrijvers van het boek maken onderscheid tussen passief, actief, en sociaal rusten. Dat had ik wel graag eerder willen weten. Passief rusten is inderdaad lekker filmpjes kijken, wat lezen, hangen. Maar je kan ook actief rusten. Dan ga je er wel op uit, bent zelfs in beweging, maar doet een activiteit die niets met je eigen sport te maken heeft. Als ik Niels van dit belang had kunnen overtuigen, zou hij dan wel meegegaan zijn op onze zondagse wandelingen? Als ik dit had geweten, had ik dan wat meer doorgezet?

En dan is er nog sociaal rusten. Doordat wij hem meer passief lieten rusten, kwam er automatisch ook niets meer van sociale activiteiten. Terwijl die juist zo belangrijk zijn. Je hersenen zijn dan echt even met iets anders bezig. En hoewel dat bij aanvang vermoeiend kan lijken, levert dat uiteindelijk tóch rust op!

4. Ga het gesprek aan

Niels werd elke twee weken gemeten en getest. Net zoals je de fysieke gesteldheid van de voetballers checkt, kan je natuurlijk de mentale gesteldheid testen. Punt is dat je met die uitslag wel iets moet doen. Op zich is het heel makkelijk om via een eenvoudig vragenlijstje te weten te komen hoe het met de speler is. En als dan blijkt dat de speler bijvoorbeeld een paar dagen invult dat hij wat minder plezier heeft, of erg moe is dan is dàt het moment dat de trainer/mental coach door kan vragen. Als je weet wat de achterliggende oorzaak is, kan je daarmee aan de slag. Dat geeft iets heel anders dan op de training constateren dat iemand ‘net niet snel genoeg handelt’ en hem dan maar de opdracht geeft dat in zijn vrije tijd extra te oefenen.

5. Bekijk het hele plaatje

Er bestaat niet één topsportprofiel. Net als dat je bij je tweede kind niet kan denken: ik weet nu wel hoe het werkt met een baby. Het blijkt altijd net weer anders te werken. Zo is het met topsporters ook. En daar komt het maatwerk van de coach om de hoek kijken. Voor het fysieke gedeelte volstaat de trainer, maar een mental coach zou het hele plaatje kunnen komen bekijken. Hij kijkt naar de speler op het veld, tijdens trainingen en wedstrijden. En hij kijkt naar meer dan alleen de technische aspecten. Hij kijkt hoe de speler ‘erbij staat’. Hoe reageert hij als een actie niet lukt? Oogt hij vrolijk? Maakt hij plezier met zijn teamgenoten? Allemaal signalen die je mee kan nemen in het begeleiden van sporters. Samen met de al genoemde vragenlijst krijg je op deze manier op verschillende manieren informatie. Cruciaal is om dan vanuit een vertrouwensband het gesprek aan te gaan.

Tot slot: het belang van 'grit'

Dat woord kende ik nog niet. Vaak lees je over topsport dat het een combinatie is van talent en hard werken. ‘Alles moet kloppen’, schreef ik al eens in een blog. De schrijvers voegen hier nog een Amerikaans begrip aan toe: grit. Dat gaat over de inspanning en passie over een langere periode.

Er waren veel vragen die ik had richting begeleiding vanuit de voetbalorganisatie. Maar als ik dit langs de meetlat van Niels leg, vraag ik me af of hij dit bezit.

‘Echte toppers werken tot ze iets helemaal onder de knie hebben, en daarna beginnen ze gewoon opnieuw.’ Ik moet dan aan Ronaldo denken. Je zou denken dat hij aan zijn trainingen genoeg heeft. Maar het schijnt dat hij, uit zichzelf, voor of na een training doodleuk zijn schot op doel gaat oefenen. Of nog even de fitness induikt. Dat kenmerkt de echte topsporter. Pure transpiratie. Einstein zei het ook: ‘Ik ben niet slimmer dan de rest, ik heb mij gewoon langer over een probleem gebogen.’

Dat vind ik een mooie aanvulling op alles wat een topsporter is. Gedreven tot op het bot.

Als je het boek wil kopen, kan dat via deze link.