#32. Geruststelling
Tijdens een van de eerste gesprekken die wij op Vitesse hebben in de zomer van 2019 wordt verteld dat ze jongens in principe voor twee jaar aannemen. Tenminste, als ze net de overstap hebben gemaakt van de basisschool naar de middelbare school. Wij vinden dat een schappelijk voorstel. Het zou best pittig zijn als Niels na een jaar waarin hij én aan een nieuwe school én aan een nieuwe club én aan reizen moet wennen, weer naar een andere school zou moeten. Het vervelende van dit idee is dat het nergens officieel is gemaakt. Niels heeft ook geen contract, dus ook geen kleine lettertjes. En dit levert mij in de periode dat hij veel geblesseerd is, onrust op. Voor mij zou het helpen als ik wist dat het niet hier van afhangt. Maar dat hij nog een heel jaar de kans krijgt om te ontdekken of het bij hem past, of dit is wat hij wil en of hij het kan.
Het verlossende woord komt niet vanuit Vitesse, maar wel van een van de ouders. Niels heeft op een maandagochtend in februari in plaats van zijn normale training een oefenwedstrijd tegen een Deense club, Viborg. Peter en ik gaan die ochtend toevallig toch naar Arnhem omdat Sil een viering heeft met zijn klas. We rijden daarna even door naar Papendal. Het voelt alsof je aan het spijbelen bent als je zelfs op maandagochtend nog weer tijd hebt om naar voetbal te gaan kijken. Maar we zijn niet eens de enige. De aanhang van de Denen is weliswaar groter (die mochten blijkbaar wel met hun kinderen mee op trainingskamp :), maar het is in ieder geval best gezellig om zo even onder het genot van koffie en voetbal rustig de week op te starten.
We hebben het ook even over het team. En of er nu al jongens afvallen. We horen dat er met één jongen al een soort exit-gesprek is geweest. Een vader zegt vol overtuiging dat we ons over Niels echt geen zorgen hoeven te maken, ‘die jongen doet het hartstikke goed en die gaat echt gewoon nog een jaar mee’. Hij moest eens weten hoe blij hij mij maakt. Terwijl hij hier natuurlijk helemaal niet over gaat. Maar ik moet iemand vertrouwen in deze fase. Net als in Wie is de Mol heb ik nu even een bondje nodig. Iemand die mij verzekert: het komt goed, rustig aan, heb er maar vertrouwen in.