#19. Muffins en croissantjes
‘Nu moet je echt ophouden mam. Ik ben echt helemaal klaar met jou.’ Hij stampt het huis uit zonder verder dag te zeggen. Ik lig in bed te malen en hoop maar dat ik de tijd krijg om dit met hem uit te praten. In de verte hoor ik een ambulance en neem me voor nooit maar dan ook nooit meer met ruzie uit elkaar te gaan.
Zo begint een grijze dag in november. Ik heb hem aangesproken op het feit dat ik zie dat er nogal vaak geld van zijn rekening verdwijnt. Ik neem aan dat daar geen fruit en wortels van gekocht worden en dat zit mij dwars. Dit hele topsport gebeuren vraagt ook veel van ons en ik verwacht dan blijkbaar bepaald gedrag van hem. Hij is lange dagen weg en krijgt daarvoor hele voedselpakketten mee. Gezonde boterhammen, pancakes, gebakken eitje, zuivel maar ook altijd iets met goed veel suikers. Omdat pubers daar nu eenmaal een ongelofelijke trek in blijken te hebben. Ik begrijp dat je op die leeftijd veel energie nodig hebt en als je dagelijks twee uur traint kan je ook zeker wat extra’s gebruiken. Waarom heb ik er dan zo’n moeite mee dat hij in pauzes, gezellig met zijn vrienden, van alles bij de Jumbo haalt? Misschien vind ik dat ook nog niet zo erg maar de aankopen op het station, vlak voor hij thuis is gaan mij echt te ver. Ik dacht soms dat hij gewoon te moe was om te eten, maar dat blijkt toch een andere oorzaak te hebben.
In hoeverre is dit iets van mij? Heeft het met mijn ingewikkelde relatie met eten te maken? Sla ik door in mijn wil om kinderen zo gezond mogelijk te laten eten?
Als Peter ‘s middags thuis komt lunchen, hebben we het er over. Hij merkt terecht op dat ik van het onderwerp eten wel altijd de spreekwoordelijke olifant maak. We hebben het er ook over dat wij onze kinderen eigenlijk heel erg in de gaten houden, helemaal als we dat vergelijken met hoe wij vroeger opgroeiden. Mijn ouders wisten echt niet zo veel van mij. Ik had mijn geheimen. Deed ook dingen stiekem. Het is fijn als alles eerlijk en bespreekbaar is, maar hebben onze kinderen er ook recht op zich te ontwikkelen los van ons? Dat ze dingen gaan doen waar wij geen idee van hebben? Bij Lotte ben ik daar al aan gewend, zij deelt wel veel maar ook veel niet. Maakt zelf de afweging of ze ons nodig heeft bij haar dilemma’s. En af en toe help ik haar over de streep om in gesprek te gaan omdat ik zie dat ze iets lastig vindt. In de media ging het laatst over ‘helicopterouders’, of ‘curlingouders’ een term die ik goed begrijp. Ik cirkel boven de levens van mijn kinderen en probeer af en toe de baan zo glad mogelijk te poetsen.
Om kwart voor zeven die avond is hij weer thuis. ‘Dag boze man.’ Zijn schouders naar beneden, maar een glimlach op z’n gezicht. ‘Kom, we doen eerst even een knuffel’. Hij zucht: ‘Ik ben moe, ik ga echt vroeg naar bed.’ Dit heeft hij nog nooit uit zichzelf gezegd. Ik laat het hier voor vandaag maar even bij. Die eet-preek kan ik vast nog wel een andere keer gebruiken.