#20. Gesprekken
Op een middelbare school krijgt je kind een vaste mentor en als er iets is met je kind weet je waar je moet zijn. Dat systeem ken ik als docent heel goed. Als ouder heb ik er tot nu toe nog niet zo heel veel ervaring mee vanwege het simpele feit dat ik nooit veel contact heb hoeven zoeken. Lotte redt zich prima. Alleen in de periode van haar hersenschudding heb ik er wel voor gewaakt dat ze niet overvraagd werd en heb ik regelmatig met de mentor gemaild.
Bij Niels is het allemaal wat complexer. Naast de mentor heeft hij een topsportbegeleider. Deze docent is er altijd als Niels in zijn rooster ‘topsportbegeleiding’ heeft. Dat zijn uren waarin de rest van zijn klas Techniek, Muziek, Handvaardigheid of Sport heeft. In die uren kan hij huiswerk maken maar ook alles wat hij gemist heeft (hij mist iedere dag zo’n 2 à 3 lesuren) inhalen. Niels heeft een goede klik met deze Wilbert. We merken als snel dat hij een belangrijke schakel is. Leerlingen werken over het algemeen graag voor een docent die ze mogen en dat is in dit geval een dik pluspunt. Niels werkt serieus tijdens deze uren en dat scheelt een hoop werk thuis. Toch is er op het Beekdal nog iemand anders die de topsporters in het algemeen in de gaten houdt en de schakel tussen Vitesse en het Beekdal is. We ontmoeten hem voor het eerst in september tijdens een avond op Vitesse in de ‘mediaruimte’. Van hem horen we dat we bij hem moeten zijn als er echt dingen scheef gaan lopen. Als je vragen hebt over de combinatie school-voetbal. Aangezien ik iemand ben die de dingen ‘wel even aanziet’, is het goed voor mij om bij deze schakel een gezicht te hebben. Misschien werkt dat in de toekomst drempelverlagend. Bij Vitesse is er dan ook weer iemand die verantwoordelijk is voor een goede samenwerking tussen Vitesse en Beekdal. Meneer Jansen. Hij bekijkt vanuit Vitesse of de jongens niet te zwaar belast worden en haalt bijvoorbeeld een training uit het programma als de jongens een heel weekend een toernooi hebben. Verder is er natuurlijk nog trainer Frank, begeleider René en de fysio (meerdere). Al met al, àls je met een vraag rondloopt, kan het toch zo maar zijn dat je niet direct door hebt bij wie je moet zijn. Trainer Frank staat voor mij op een voetstuk, daar durf ik niets tegen te zeggen. Laat staan te vragen. Liever via René of de fysio om dingen over Niels te weten komen. Maar er zijn gelukkig ook nog allerlei georganiseerde mogelijkheden om over voetbal en school te praten, te weten het ‘huisbezoek’, het ‘driehoeksgesprek’ en het ‘VOP’.
Allereerst is daar het huisbezoek. Serieus, die term wordt gebruikt. Ik kom uit de Gereformeerde traditie en daar had het woord huisbezoek een bepaalde lading. Iets met zenuwachtige ouders, brave kinderen op de bank en schone schijn. Met vreemden over het geloof praten terwijl we dat als gezin nooit deden. Ik heb dus echt geen idee wat ik hier van moet verwachten. Ben al een beetje bang dat hier een eerste beoordelingsmoment plaats gaat vinden. Zouden er antwoorden zijn die ze juist wel of liever niet horen? Het valt allemaal reuze mee. Trainer Frank en elftalleider René komen op een zomerse avond in augustus. Ze zijn aardig, ik kom er direct achter wie er snel op zijn praatstoel zit en ik begrijp dat het voor hen ontzettend interessant is om te zien wat de achtergrond van hun jongens is.
Ook het gesprek op school krijgt een bijzondere naam mee: Driehoeksgesprek. Daar kan je je van alles bij voorstellen. De realiteit is die van de driehoek: ouder-kind-school. In dit geval een gesprek met Peter, Niels en de mentor op school. Hiervoor moeten wij nu ook tijd inruimen om naar Arnhem heen en weer te sjezen. We hebben de mentor aan het begin van het jaar, tijdens een introductie-avond op school ontmoet maar er verder nog geen contact mee gehad. Hij is enthousiast over Niels. Hij vindt hem heel zelfstandig en is lovend over zijn cijfers. Hij ziet vaak genoeg anders bij topsportende kinderen. Dit maakt ons heel blij en tros. Het bericht komt ook op een goed moment voor Niels. Het is in die week van de ‘Tranen”. Dit geeft dan toch even weer een boost. En het belang van positieve feedback is ook weer bevestigd.
Een week later, in oktober, is er ook nog een dringende vraag vanuit Vitesse voor een gesprek. Ergens wel fijn om eens van de trainer te horen hoe hij eigenlijk vindt dat het gaat, maar als wij horen dat niet iedereen dit gesprek heeft vragen we ons ook af: is er iets? Doet hij het wel goed genoeg? We trekken thuis de vergelijking met school. Daar is gewoon meetbaar of je het goed doet. Als je een 9 voor Frans haalt is iedereen content. Als je boven de 7 gemiddeld staat, lig je nog steeds op koers voor VWO. Heel duidelijk. Wat meet je bij voetbal? Hoe goed iemand nu is? Of kijk je naar de groeipotentie? Niels heeft duidelijk een achterstand op de jongens die dit al voor het derde of vierde jaar doen. Zij zijn meer gewend aan bepaalde oefeningen en uitdagingen. Alles is nieuw voor Niels. Hij slurpt alles als een spons op. Laat die langzaam leeg druppelen. De vraag is of dat snel genoeg gaat. Tijdens dit VOP (Voetbal Ontwikkelings Plan)-gesprek gaat het over zijn ontwikkelpunten. Die zijn er genoeg. Niels ziet dat ook en gaat er heel relaxed mee om. Ziet het als stimulans om heel gericht aan dingen te werken. Bij dit gesprek geen positieve feedback, iets waar Peter de meeste moeite mee blijkt te hebben.
Huisbezoek, Driehoeksgesprek, VOP. Wie weet wat voor moois ons nog te wachten staat. Gelukkig houd ik van praten. Peter van voetbal. We vullen elkaar weer prachtig aan.
[…] krijgen. Wij hebben dat signaal niet gekregen. In november is er een gesprek geweest (zie het blog: gesprekken) en daar werd wel duidelijk dat er ontwikkelpunten waren en dat hij op sommige punten nog […]