_

#48. Regiocup

Op de parkeerplaats gonst het van geluiden. Kinderen, in voetbalpakjes en met zware tassen omgehangen, schoppen tegen ballen. Ouders, druk onderling kletsend, lopen mee en vragen waar ze zich moeten melden. Ik moet er even aan wennen. Zoveel mensen en ze lopen allemaal door naar de velden. Het is de laatste wedstrijd van de Regiocup. Een mini competitie die is opgestart om de kinderen nog een paar keer de vreugde van een wedstrijd te laten ervaren. Niets is leuker dan tegen een andere club te spelen. De krachtmeting, het inschatten, de spanning. Het levert nóg fanatieker voetbal op.

Het is een warme ochtend. Ouders zitten langs de lijn op het gras. Het lijkt of er anderhalve meter cirkels zijn getekend, net als in sommige parken, maar dat is niet zo. Toch zit iedereen keurig in zijn eigen bubbel. Vanuit die bubbels wordt elke bal geanalyseerd. Door bepaalde mannen dan hè? Ik ben er eigenlijk alleen maar om mijn kind überhaupt te zien voetballen. Ik wil met eigen ogen zien hoe hij zich ontwikkeld heeft. Een heel jaar lang heeft hij (Sil) getraind, veel geleerd, is hij vertrouwd geraakt met trainers en andere kinderen. En wij stonden letterlijk aan de zijlijn. We hebben er niets van meegekregen. Alleen maar dat hij voor iedere training gedreven klaar stond. En voor deze laatste wedstrijd niet kon slapen omdat hij er zo’n zin in had.

Ik zie kinderen en ouders waarvan ik de naam niet ken. Ik zie een enthousiaste, lieve en gedreven trainer die haar pappenheimers kent. Ze voelt haarfijn aan of iemand echt pijn heeft en er even uit moet of wel weer opkrabbelt en door kan. Ze zet ze op de goede plek. Roept dingen die ik inmiddels niet meer begrijp, maar de kinderen weten precies wat ze bedoelt en waar ze moeten staan.

Ik zie die lange stelten van mijn eigen kind en zijn fanatieke hoofd. Dat steeds roder wordt en waar het zweet inmiddels van afdruipt.

Na een tijdje hoor ik mezelf zachtjes dingen zeg als: ‘Goed zo Minke, wat ben jij een topkeeper!’ ‘Lekker Jip, die is voor jou!’ Een beetje aanmoedigen, dat mag toch nog steeds? Het was vaak een punt van discussie: het geschreeuw en de invloed van ouders langs de lijn. Kinderen én trainers hebben een jaar lang kunnen ervaren hoe het is zonder ouders. Vandaag valt op hoe apetrots die kinderen (en de trainer) aan de ouders willen laten zien wat ze in hun mars hebben.

De volgende dag verzucht Sil: ‘Ik heb zin in een wedstrijd..’