_

#10. 6.50 uur

Elke dag gaat hier om 6.50 uur mijn wekker. Ik ben niet een typisch ochtend- of avondmens maar de wekker voor 7.00 uur, zeker als het koud en donker is ’s morgens, daar heb ik een grondige hekel aan. Ik trek een of andere joggingbroek en een trui aan en van die roze foute Ugg sloffen. Zo zacht mogelijk doe ik de kamer van de jongens open, ik wil graag dat Sil nog heel even doorslaapt. Niels ligt in een hoogslaper en ik rammel aan zijn been: ‘Niels, je moet eruit.’ Hij ligt doodstil. ‘Niels, je moet echt nu wakker worden.’ Nog steeds geen beweging. Ik rammel harder, klop op zijn rug, trek aan zijn been, schud hem heen en weer. ‘Neeeeeee,’ gevolgd door veel gekreun. Ik wacht tot hij rechtop gaat zitten, dan weet ik zeker dat hij niet meer verder slaapt.

Daarna sprint ik naar de keuken. Het voordeel van deze vroegte is dat er nog niemand anders op is en ik in alle rust zijn voorraadtas klaar kan maken. Dat vraagt enige precisie. Hij heeft twee tassen. De schooltas en de Vitessetas. Die laatste gaat ’s morgens in een kluis op school en komt er weer uit als hij naar zijn training gaat. Dat is vaak rond half 2. Tot die tijd moet er genoeg voer in de schooltas zitten. Boterhammen, fruit, water, pakje drinken, ontbijtkoek of een andere reep. Ik heb zelf zo mijn bedenkingen over de hoeveelheid suikers, maar zolang ik van Vitesse geen verbod op bepaalde producten krijg, geef ik hem die toch maar mee. Ik probeer wel steeds nieuwe varianten en gezonde alternatieven te bedenken.  In de Vitessetas gaat dan nog wat brood plus krentenbrood en vaak iets met zuivel, vindt ie heerlijk. Ik stop daar ook altijd iets van een Brinky of Knopper wafel in. Hij is soms pas om zes uur, half zeven ’s avonds thuis, dat lijf moet wel op gang blijven.

Zijn ontbijtje is iedere ochtend yoghurt met muesli en een glaasje sap. Nee, geen verse vruchtensap, misschien moet ik daar eens mee gaan beginnen? Niels heeft een vaste volgorde iedere ochtend en dat werkt uitstekend. Hij kleedt zich aan, ploft aan tafel, lepelt zijn bak leeg, doet gel in zijn haar, zit langdurig op de grond zijn schoenen aan te wurmen (geen idee wat daar zo moeilijk aan is, maar dat was als kind al zo, met het verschil dat hij er toen bij gilde dat het allemaal niet lukte), laatste check of alle voetbalspullen in zijn tas zitten, laatste Insta|Snap|Magister check, sleutels en OV-kaart pakken en hij gaat er vandoor. Altijd gestuntel met die fiets die dan door een deur moet. Die deur moet weer achter hem op slot en hoe krijgt hij die twee tassen handig op zijn rug en over zijn stuur?

Altijd een kus: ‘Dag jongen, veel plezier vandaag, lampjes aan hè?’ ‘Ja mam dahaag.’ Het is tien over 7, het is weer gelukt. Trots op ons. Ik voel me een beetje schuldig als ik nog even, voor 20 minuutjes, in mijn warme bed kruip. Tot de wekker  voor de rest van de familie gaat.